2e Kumliens meeuw voor België te Zeebrugge, een terugblik

Jan Baert

Introductie

Binnen de huidige ornithologie zijn er nog steeds een aantal enigma’s, het Kleine Burgemeester-complex is hier ongetwijfeld nog één van. Hiermee wordt verwezen naar Kleine Burgemeester (L. [g.] glaucoides), Kumliens Meeuw (L. [g.] kumlieni) en Thayers Meeuw (L. [g.] thayeri). Hoewel de taxonomische status verre van opgehelderd is, wordt in recente literatuur1,2 deze laatste als afzonderlijk soort (L. thayeri) behandeld – wat ondersteund wordt door zowel morfologisch als genetisch onderzoek3 – en wordt Kumliens meeuw nog steeds als ondersoort van L. glaucoides gezien.
Qua uiterlijk is Kumliens meeuw een buitenbeentje daar de soort een enorme variatie in voorkomen vertoont. Dit komt vooral tot uiting in het handpenpatroon, gaande van vogels met geen of nauwelijks markering op de buitenste handpennen tot vogels die een duidelijke zwarte tekening vertonen, sterk gelijkend op deze van Thayers meeuw4 . Vermits Kumliens meeuw er dus typisch uitziet als ‘mengvorm’ tussen glaucoides en thayeri wordt de oorsprong dan ook vaak aan hybridisatie toegeschreven. Tegenwoordig kennen de drie taxa echter gescheiden broedgebieden waarbij glaucoides, kumlieni en thayeri broeden op respectievelijk Groenland, zuidelijk Baffin Island en Noord-West Canada (inclusief het noorden van Baffin Island) al dan niet met geringe overlap tussen de (onder)soorten3.

adulte Kumliens meeuw


Adulte Kumliens Meeuw (Larus g. kumlieni). Een duidelijk getekend exemplaar met tekening op de buitenste 5 handpennen (onderbroken band op P6) Bemerk tevens de goed ontwikkelde spiegels op P9 en P10 waarbij deze op P10 versmolten is met de top. Sandgerdi (IJsland) , 1 april 2010. Foto Peter Adriaens

Determinatieproblemen zijn dan ook sterk geografisch gerelateerd waarbij in West-Europa het vooral gaat om het onderscheiden van glaucoides en kumlieni. De slechte bereikbaarheid van de broedkolonies in het hoge noorden draagt bovendien bij tot een relatief beperkte kennis van deze taxa. De determinatie van adulte kumlieni met een duidelijk patroon op de handpennen schept op zich niet al te veel problemen. Extreem lichte kumlieni welke een spiegel op P10 ontbreken5 evenals exemplaren zonder tekening op de handpennen en zonder donkere vlekking in het oog6 zijn wellicht in een Europese context niet te identificeren.

tweede winter Kleine Burgemeester


Tweede winter Kleine Burgemeester (Larus g. glaucoides). Dit exemplaar heeft vrij donkere handpennen maar bemerk dat hier de binnenhand donkerder is dan de buitenhand. Oostende (België), 14 december 2008. Foto Johan Buckens

Het is uiteraard de vraag hoe deze kenmerken van adulten de onvolwassen kleden beïnvloeden. Juveniele en onvolwassen Kumliens meeuwen vertonen typisch ook donkere tekening op de handpennen. Dit beeld wordt in Europa echter sterk vertroebeld door het voorkomen van donkere glaucoides. Ook deze kan immers vrij donkere tekening vertonen waardoor bepaalde types kumlieni niet als dusdanig met zekerheid te identificeren zijn in West-Europa. Hoe ziet een aanvaardbare Kumliens Meeuw er dan bij voorkeur uit? Vermits adulten slechts tekening vertonen op de buitenste handpennen (buitenste 5 of minder) worden juveniele vogels met donkere tekening op de buitenste handpennen die contrasteren met een bleke binnenhand vereist. Dit verschilt van donkere glaucoides met volledig bruine handpennen. Bovendien beperkt de tekening zich bij kumlieni niet enkel tot de buitenvlag maar loopt deze aan de top eveneens door op de binnenvlag7.
Naarmate de vogel ouder wordt en de handpennen geruid worden, gaat het adulte patroon steeds meer doorschemeren. Typisch hierbij is het doorschemeren van een spiegel op P10 (de buitenste handpen), de zogenaamde ‘Ghost Mirror’. Hoewel derde winter glaucoides bruine handpennen kan vertonen8, ontbreken deze het doorschemeren van een echt handpenpatroon met één of meerdere spiegels.

tweede winter Kumliens meeuw


Tweede winter Kumliens Meeuw (Larus g. kumlieni). Bemerk het contrast tussen de donkere buitenste handpennen en de lichte binnenste handpennen. Verder loopt de tekening op de buitenste handpennen aan de top telkens door op de binnenvlag. Bovendien is er een aanzet van een spiegel op P10. Grindavik (IJsland) , 28 maart 2010. Foto Peter Adriaens

De vogel uit Zeebrugge

1. Leeftijdsbepaling
De vogel toont duidelijk een mengeling van adult-type grijze mantelveren en veren met een witte grondkleur en bruine tekening waardoor we hier met zekerheid te maken hebben met een onvolwassen vogel. De binnenste handpennen zijn grijsblauw en tonen een brede witte achterrand, een kenmerk dat wijst op veren die minstens 2x geruid zijn. De tekening op de buitenste handpennen is echter nog bruin wat wijst op een 3e generatie veer. De vogel is dus een 3e winter/4e kalenderjaar. Deze leeftijdsbepaling wordt voorts ondermeer ondersteund door de nog vrij duidelijke bruine tekening die op de staart terug te vinden is (een 4e generatie staart is vaak veel witter), de gespikkelde tekening op enkele armpennen en het redelijk aantal onvolwassen ondervleugel dekveren.

2. Identificatie
Zoals hierboven behandeld, zit de sleutel tot de determinatie in de handpennen. Nader bekijken van de handpennen van de vogel toont een scherp contrast tussen 4 donkere buitenste handpennen en bleke binnenste. Bovendien loopt aan de top van de veren de tekening telkens over op de binnenvlag en toont P10 een goed ontwikkelde spiegel (P9 vertoont eveneens een aanzet tot een kleine spiegel).

derde winter Kumliens meeuw


3e winter Kumliens Meeuw (Larus g. kumlieni). Zeebrugge (België), 16 januari 2011. Foto Filip De Ruwe

Dankwoord
Langs deze weg wil ik Peter Adriaens bedanken voor het verstrekte advies over de tekst en het ter beschikking stellen van foto’s. Eveneens wil ik Johan Buckens en Filip De Ruwe bedanken voor het ter beschikking stellen van de foto.

Referenties
1OLSEN K.M. & LARSSON H. (2004) Gulls of Europe, Asia and North-America. Helm, London, 608p.
2HOWELL S.N.G. & DUNN J. (2007) Gulls of the Americas. Houghton Mifflin, New York ,528p.
3ADRIAENS P.(2008) Kumliens Meeuw bij Nieuwpoort. Dutch Birding, 30, p.60.
4HOWELL. S.N.G. & MACTAVISH B. (2003) Identification and variation of winter adult Kumlien’s Gulls. Alula,9, p. 2-15.
5meer dan de helft van de adulte glaucoides behoudt eveneens een donkere markering op de buitenvlag van P10 (pers. med. P. Adriaens)
6Brown D. (2011) Some thoughts about the separation of “white winged” Kumlien’s Iceland Gulls from nominate g.glaucoides Iceland Gull. http://birdingnewfoundland.blogspot.com/
7CHARLES D. (2012) Identification challenges presented by 2nd winter Kumlien’s Gull. http://www.irbc.ie/notes/kumliens/kumliens.php
8Circa één derde van de vogels (pers. med. P. Adriaens)