Nacht van de steenuil 2017

Marc De Ceuninck

Daar de meesten onder ons dagdieren zijn blijft alle nachtleven meestal in mysterieuze nevelen hangen. De tijd dat “Co Moereman en Wannes Raps” met hun kruisnetten en buksen ’s nachts op pad trokken ligt ver achter ons.

Toch vangt een goed oor zelfs in de stad ’s nachts tijdens de trekperiode bij heldere hemel de roep op van overtrekkende koperwieken, regenwulpen, watersnippen en vele niet te determineren andere roepjes wat soms tot de nodige frustaties leidt.

‘s Nachts worden de polders, bossen en parken het jachtgebied van twee- en viervoeters, uitgerust met uiterst gevoelige nachtkijkers. Voor hen geldt het credo “ carpe noctem”

Daar het onbekende, mystieke ons blijft boeien, bleek uit de talrijke opkomst voor onze eerste steenuilenwandeling in Koolkerke op vrijdag 24 maart jl.

Zo’n 50 enthousiastelingen verzamelden zich rond 19h30 op de parking van de boerderij van Frank ( niet onze Voorzitter ! ). We waren zo van “onze melk” door de grote opkomst dat de klassieke groepsfoto totaal vergeten werd.

Vooraf lichtte Voorzitter Frank het gedrag en levenswijze van deze kleine uilen toe.

Steenuilen verkiezen een kleinschalig landschap met struwelen, knotwilgen, oude boomgaarden en vervallen gebouwtjes of stallingen.

Het voedselgedrag hangt af van wat de pot te schaffen heeft: muizen, grote insecten, regenwormen, kikkers, edm. Vanaf eind februari tot midden april zijn ze zeer luidruchtig en hun repetitief “kieuw” is van ver te horen, dat vlug wordt beantwoord door hun naburige collega’s of rivalen . Een koppeltje steenuilen is voor het leven trouw! Ze kunnen bij leven en welzijn wel tot 15 jaar elkaars vreugde delen.

Ze zoeken een nestplaats in boomholtes of in speciaal daartoe ontworpen nestkasten.

Tijdens de eilegperiode in mei zijn ze erg stil. Het legsel, afhankelijk van het voedselaanbod, bestaat uit 3 tot 6 eieren. Na ca. 28 dagen verschijnen de uilskuikens en worden door beide ouders grootgebracht. De jongen blijven gedurende een 5-tal weken in het nest. Nadien klauteren de nog niet vliegvlugge jongen in de boomtakken ( ze worden dan takkelingen genoemd ). De ouders voederen deze takkelingen nog zo’n 5 weken waarna ze “hotel mama” moeten verlaten. Een nieuwe woonplek wordt gezocht binnen een straal van ca. 10 kilometer. Vooral in het 1ste jaar is er een sterftecijfer dat kan oplopen tot 70% door predatie, voedselgebrek, verkeersslachtoffers, edm.

Overdag zitten deze uiltjes graag te zonnen op een dak of in een wilg. Zodra zangvogels ze opmerken worden ze luidruchtig door hen belaagt zoals ze een kat kunnen aanvallen. Vandaar dat ze in de volksmond ook wel “katuil” worden genoemd.

De wandeling begon langs de Koolkerkse wegel waar de roep werd afgespeeld.

Na enkele minuten was er reeds reactie van een 2-tal uilen. Dankzij Riks uiterst sterke toverlantaarn zagen we hun gele irissen opstralen in een knotwilg. Verderop werd de groep opgesplitst. Als bonus wandelden we onder een prachtige sterrenhemel, waar de Grote en Kleine beer, Cassiopeia en Orion prachtig te zien waren.

Tijdens de verdere wandeling hoorden en zagen we nog enkele uiltjes. Hun vlucht is merkwaardig . Korte vluchten gebeuren door korte snelle vleugelslagen onderbroken door een glijvlucht. Hun langere vluchten zijn meer “spechtachtige “ boogvluchten.

Onze kerkuilenman Rik tuurde gedurig met zijn toverlantaarn de weiden af.

Talrijke hazen liepen over de weiden en akkers. Een verre vos paradeerde door het licht. Verder zagen we nog een koppel kieviten en de oogjes van enkele watersnippen in een poeltje.

Als afsluiter werd alles nog eens “bemijmerd en besproken” bij een goed glas in het polderbosje van de buurman van Frank.

Een nachtwandeling is voor vogelaars even boeiend als het “dokkeren over de kasseien” voor een wielerfanaat !

Mergus dankt alvast de enthousiaste deelnemers voor hun sponsering, die integraal aan de nationale steenuilenwerkgroen zal worden overgemaakt.

 

Jan Swimberghe, 13-04-2017

 

© Marc Nollet