Resultaten stootvogeltelling in Noord-West-Vlaanderen van 27.01 t.e.m. 07.02 2021

Frank De Scheemaeker

Resultaten stootvogeltelling in Noord-West-Vlaanderen van 27.01 t.e.m. 07.02 2021

Frank De Scheemaeker en Marc De Ceuninck

Inleiding

Sinds 1996 tellen we ononderbroken tijdens een verlengd weekend in januari of februari de overwinterende stootvogels in de regio. De laatste jaren werd die periode wegens te groot risico op slecht weer dat telweekend, telkens op een tien dagen gebracht.

Dit jaar was dat van woensdag 27 januari tot en met zondag 07 februari. Het weer was tijdens deze periode heel wisselvallig. Dagen met zon wisselden af met dagen met wind en regen. Gelukkig vond iedere teller wel één geschikte dag en kunnen we stellen dat de resultaten representatief zijn.

Geen dagen met vorst of sneeuw in de telperiode.

De resultaten worden net zoals de vorige jaren per Groot-Gemeente weergegeven

Methode

De vaste tellers krijgen enkele weken voor de telling een kaart van de te tellen gebieden, een invulformulier en een handleiding hoe te werk te gaan. Binnen een bepaald vastgelegd tijdskader tellen ze dan hun gebied.

Bij voorkeur hebben ze hun gebieden binnen het “roofvogelproject Mergus” op waarnemingen geclaimd. Bij digitaal ingeven (via Obs Map of thuis computer)  op waarnemingen.be komen al hun waarnemingen dan netjes binnen het project terecht.

Indien niet digitaal ingegeven wordt sturen ze het invulformulier met hun waarnemingen terug.

 

Telgebied

Het telgebied bleef net hetzelfde als de vorige jaren, namelijk het noorden van de provincie West-Vlaanderen. Er werd geteld van Knokke tot De Haan, voor wat het noorden betreft, en tot boven Torhout en Wingene, voor wat het zuiden van het door ons omlijnde gebied betreft. Het bevat dus de Groot gemeenten Brugge, Knokke-Heist, Damme, Blankenberge, Zuienkerke, De Haan, Jabbeke, Zedelgem, Oostkamp en Beernem en een klein aantal deelgebieden in de omliggende gemeentes Wingene, Ichtegem en Oudenburg. Ook in Groot-Torhout wordt in dezelfde periode als ons geteld.

Alles samen bedraagt de totale oppervlakte zo’n 640 km² verdeelt in ongeveer 290km² polder, kuststreek en havengebied, 300 km² bos- en zandstreek en 50 km² verstedelijkt gebied.

De polders worden voornamelijk gekenmerkt door grote graslandcomplexen en akkers. Het landschap in de zandstreek is op zijn beurt dan meer afwisselend met vrij veel bos, akkers en bebouwing.

De voornaamste boscomplexen zijn het Bulskampveld (Beernem), Vloethemveld (Zedelgem), de kasteelbossen van Oostkamp, Ruddervoorde en Waardamme en de gekende bossen rondom St-Andries en St-Michiels, als Tillegem en Beisbroeck.

De Brugse Stadskern en deze van De Haan, Blankenberge, Knokke-Heist, Loppem, Oostkamp, Jabbeke en Beernem vallen dan weer de noemer van stedelijk gebied.

 

Soort bespreking

Buizerd  Buteo buteo

Een middelgrote roofvogel met een brede waaier aan verschillende verenkleden, gaande van bijna volledig zwartbruin tot wit. We zien ze vaak zittend op weidepalen speurend naar een prooi of hoog zwevend boven de bosrand. Ze zijn vaak erg vocaal en hun miauwend piejie is onmiskenbaar.

De buizerd is sinds de eeuwwisseling ook een regelmatige broedvogel geworden. Broedvogels trekken vaak zuidwaarts en worden in de winter vervangen door noordelijker vogels.

Dit winterhalfjaar namen we in totaal 405 Buizerds waar in de regio. Dat is een nieuw telrecord!  Groot-Damme liet zoals de vorige jaren de hoogste aantallen optekenen, gevolgd door Brugge, Beernem, De Haan, Knokke en Blankenberge.

De aantallen zijn hoger over de ganse lijn, zowel in de polder- als de zandstreek. Het zachte winterweer kan zeker een positieve invloed gehad hebben.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2021 49 41 61 77 44 10 18 42 25 17 1 20 405
2020 38 39 44 61 33 6 22 27 23 10 3 16 322
2019 60 42 43 77 25 8 14 26 41 7 1 18 362
2018 41 41 25 99 29 9 20 43 19 10 0 13 349
2017 40 26 32 67 13 8 12 26 38 16 4 16 298
2016 26 29 45 53 14 7 10 49 51 4 12 7 307
2015 42 33 34 47 14 7 7 36 19 7 8 9 263

 

 

 

 

 

Spreiding buizerd 2021

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Torenvalk   Falco tinnunculus

Een middelgrote valk, waarvan de mannetjes zich onderscheiden van wijfjes en jonge vogels door hun blauwgrijze kop en staart. Hij laat zich het vaakst zien boven onze poldergraslanden, waar hij opvalt door zijn ‘biddend’ gedrag op zoek naar muizen, zijn voornaamste voedsel. Net als de buizerd is de torenvalk een jaarvogel in onze kontreien, die op een 70tal locaties broedt, vooral in nestbakken.

We noteerden 197 vogels tijdens de jaarlijkse wintertelling in 2021. Een meer dan behoorlijk aantal, maar toch een terugval t.a.v. het spectaculair recordaantal in 2020. Zoals te verwachten opnieuw veel hogere aantallen Torenvalken in de polders en vooral de kuststrook tov de zandstreek!

De poldercomplexen van De Haan – Klemskerke – Vlissegem en de Uitkerkse Polder herbergen duidelijk het grootst aantal overwinterende torenvalken, gevolgd door de Knokse en Damse regio.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2021 0 54 26 22 39 4 13 27 2 8 0 2 197
2020 18 62 18 30 64 0 16 12 9 7 0 1 237
2019 15 38 9 11 14 2 5 17 2 0 0 0 113
2018 14 46 13 27 41 1 6 24 4 8 0 3 187
2017 11 25 16 13 30 2 2 25 5 1 1 3 134
2016 8 56 5 20 21 0 5 36 2 5 0 0 158
2015 6 29 21 12 31 2 5 22 2 7 1 2 140

 

 

 

 

 

 

Spreiding torenvalk 2021

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sperwer   Accipiter nisus

Mannetjes zijn klein met blauwgrijze bovenzijde en roestkleurige bandering op borst en buik. Wijfjes daarentegen zijn bruingrijs gebandeerd op de onderzijde. Juveniele vogels hebben donkerbruine bovenzijde. Ze vallen op door hun karakteristieke vlucht met enkele snelle vleugelslagen afgewisseld met korte glijpauzes.

Hij is de derde algemeenste overwinterende stootvogel in onze regio.  Op Europees vlak daarentegen is hij samen met de buizerd veruit de algemeenste.

Deze vogels jagen slechts gedurende enkele uren per dag en houden zich voor de rest schuil in bomen en zijn dus minder opvallend zichtbaar. Je kan ze in alle biotopen en gemeenten aantreffen, tot zelfs in stadstuinen toe.

De aantallen blijven de laatste jaren stabiel met een relatief gelijkmatige verspreiding over de ganse regio. Maar duidelijk minder vogels aanwezig in de regio dan pakweg 10- 20 jaar terug.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2021 2 2 12 3 3 0 2 6 3 0 0 2 35
2020 7 1 5 5 1 0 3 4 3 1 0 3 33
2019 10 0 2 4 0 3 0 4 3 0 0 1 27
2018 7 0 1 5 1 0 3 6 1 0 0 2 26
2017 6 2 6 4 3 2 2 2 2 2 0 1 32
2016 7 1 5 8 1 1 0 3 0 1 1 0 28
2015 2 1 4 3 1 0 0 3 1 2 0 4 21

 

 

 

 

 

 

Spreiding sperwer 2021

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Slechtvalk  Falco peregrinus

De spectaculairste stootvogel is ongetwijfeld de slechtvalk. Bijna uitgeroeid in de jaren 60 door pesticiden, jacht en eierroof is deze vogel aan een machtige comeback bezig. Dankzij betere beschermingsmaatregelen en het plaatsen van nestbakken aan hoge torens als alternatieve broedplaats is de Slechtvalk helemaal terug (cfr Mergus bewoonde nest bak op OLV-toren, hartje Brugge in artikel Spille en de bijdragen op  www.mergus.be ). Ook in Damme en Blankenberge ondertussen een vaste waarde als broedvogel, ook steeds hoog in de kerktorens.

Wijfje opvallend groter dan mannetje, beiden erg krachtig gebouwd en brede vleugels met spitse hand. Bovendelen leigrijs bij de volwassenen; bruin bij de juvenielen. Borst bij laatstgenoemde verticaal gestreept, bij volwassen vogels horizontaal.

We telden niet minder dan 26 overwinterde vogels, een evenaring van het winterrecord in 2019, vooral in de polderstreek. Veel van deze vogels trekken in het voorjaar opnieuw naar hun noordelijker en meer naar het oosten gelegen broedgebieden.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2021 3 2 6 3 2 0 2 4 0 0 0 4 26
2020 2 2 8 2 1 0 0 1 2 2 0 1 21
2019 2 8 5 2 3 1 1 1 2 0 0 1 26
2018 3 2 4 1 2 0 0 1 0 0 0 1 14
2017 1 4 6 6 0 0 1 2 1 1 0 4 26
2016 2 6 8 2 1 0 0 2 0 0 0 1 22
2015 1 2 5 2 1 1 0 3 0 1 0 2 18

 

 

 

 

 

Spreiding slechtvalk 2021

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bruine Kiekendief   Circus aeroginosus

De bruine kiekendief is de grootste van de vier kiekendieven die in onze regio kunnen gespot worden. Het is een typische zomergast en broedvogel, die echter vaak overwintert in onze contreien.

De wijfjes zijn volledig bruin op een beige kop en schouders na. De mannetjes hebben zwarte vleugelpunten en grijze bovendekveren en staart. Typisch zijn hun zweefvluchten met in een V omhooggehouden vleugels.

De vaste tellers noteerden slechts 8 vogels overdag, 4 aan de weiden Pompje Oudenburg en telkens 1 in de Brugse en Knokse regio en te De Haan en de Uitkerkse Polders. Op de enige gekende slaapplaats in de regio aan het Pompje kwamen tot 8 opdagen. Maar daar zijn meer dan waarschijnlijk ook vogels uit de Middenkust bij.

In koude winters trekken ze vaak helemaal weg, in zachte winters blijven soms grotere aantallen bij ons.

De aantallen zijn stabiel de laatste jaren.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2021 0 1 1 0 1 0 0 1 0 4 0 0 8
2020 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 0 0 8
2019 0 2 0 2 1 0 0 0 0 4 0 0 9
2018 0 0 0 0 0 0 2 0 0 3 0 0 5
2017 0 1 1 0 1 0 0 0 0 2 0 0 5
2016 0 0 3 1 0 0 0 0 0 4 0 0 8
2015 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1

 

 

 

 

Blauwe Kiekendief   Circus cyaneus

De blauwe kiekendief daarentegen is een typisch wintergast. Een stukje slanker dan de bruine en het mannetje volledig blauwgrijs met witte stuit, het wijfje en de jonge vogels bruin met witte stuit.

Voor de eeuwwisseling zagen we deze vogel uitsluitend in de polders, maar de laatste jaren ook geregeld in de zandstreek.

We noteerden dit jaar een bijna verdubbeling van het aantal tov het jaar ervoor, namelijk 12 vogels. Dit is leuk, gezien het steeds dalende aantal de laatste jaren. Bij zachte winters melden zich inderdaad steeds minder overwinterende stootvogels bij ons. Zelfde fenomeen als bij het smelleken en de ruigpootbuizerd. De traditionele overwinteringsplaatsen zijn de Zwinstreek, de Uitkerkse Polderen de polders Vlissegem-De Haan. Ook te Oedelem overwintert minstens 1 vogel!

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2021 1 3 1 0 3 0 0 3 0 1 0 0 12
2020 1 3 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 7
2019 2 3 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 6
2018 1 3 0 1 0 0 6 0 0 0 0 0 11
2017 3 0 0 1 0 2 0 4 0 0 0 0 10
2016 0 1 1 2 0 0 1 4 0 0 0 0 9
2015 0 2 0 0 2 0 0 0 0 3 0 0 7

 

 

 

 

 

 

Smelleken  Falco columbarius

Deze kleine behendige stootvogel wordt een echte zeldzaamheid in onze regio en gans Vlaanderen. Jaagt voornamelijk op zangvogels en nestelt in berken- en wilgenzones op fjells of in moerassen in de taiga. Adulte mannetjes leigrijs met oranje getinte borst; wijfjes bruingrijs met beige borst met zware, donkere strepen.

Na de koude winter van 1978-1979 was het Smelleken een vaste overwinteraar in onze regio en gingen we wekelijks de slaapplaats tellen in de Zwinbosje (tot 12 ex). Rond de eeuwwisseling namen de aantallen fel af en sinds 2014 wordt de soort niet meer op alle wintertellingenwaargenomen.

Dit winterhalfjaar twee waarnemingen, één te Oedelem en één te Ichtegem. Beiden in de zandstreek! Geen enkele vogel in de polder!

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2021 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 2
2020 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 2
2019 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2018 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1
2017 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2016 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2015 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

 

 

 

 

 

 

Havik  Accipiter gentilis

De havik kan op het eerste zicht met een sperwer verward worden. Hij is echter een stuk groter en zwaarder gebouwd en in de vlucht zijn vleugels langer en staart korter.

Dit jaar 3 vogels, allen in de zandstreek. Mogelijks zijn er een tiental vogels in de regio aanwezig, maar ze laten zich niet makkelijk opmerken in de winterperiode.

In de grote bosrijke complexen als Vloethemveld en Bulskampveld komt hij ook regelmatig tot broeden.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2021 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 3
2020 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 2
2019 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 2 4
2018 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1
2017 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 2
2016 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1
2015 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1

 

 

 

 

 

 

 

 

Zeldzame gasten.

Rode Wouw Milvus milvus

Geen waarnemingen van Rode Wouw in de telperiode. Vanaf half februari wel zo goed als dagelijks doortrekkend in de regio .

 

Zeearend Haliaeetus albicilla

De weken voor en na de tellingen wel regelmatig een immature Zeearend, voornamelijk in de Zwinstreek. Het weekend na de telling zelfs éénmalig twee vogels samen te Zuienkerke.

 

Grijze Wouw Elanus caerulus

Nieuwkomer in onze regio is ongetwijfeld de Grijze Wouw. Nadat van 07 t.e.m 09 november 2020 een vogel pleisterende te Zuienkerke – nam Thijs Tanghe op donderdag 04 februari kortstondig één vogel waar te Beernem.

 

Regio Torhout

Ook in Torhout wordt sinds jaren in dezelfde periode geteld. Geert Carette was zo vriendelijk de gegevens door te sturen en ook deze vormen een mooi resultaat, gelijklopend met onze regio:

36 Buizerd

8 Torenvalk

4 Sperwer

2 Slechtvalk ( 1 adult aan kasteel Wijnendale, 1 eerste winter aan de watertoren)

1 Smelleken

Dankwoord

We danken alle vaste tellers en medetellers:  Albert Neyt, Antoine Cornelis, Bruno Beyen, Filip De Coster en Marc Merckx, Geert De Wispelaere (en telploeg) , Hilde Fontier, Jean-Pierre Verduyster, Jef Van de Water, Johan Debuck en Valérie Goethals, Jef Dekempe, Johan Vandepitte, Johnny Mylle,  Karim Neirynck, Lowie Lams, Luc De Cat, Marcel Pottier,  Marc Nollet,  Nicholas Endriatis, Patrick Janssens, Patrick Vandousselaere, Paul D’hoore, Paul Maertens,  Rik De Jaegher, Rik Vande Kerchove, Roland Vannieuwenhuyze, Romain Deloof, Steven D’haese, Wim Jans, Wim Pauwels en tot slot de gemeenschappelijke inspanningen van de  tellers van NP Damme (Emmanuel, Rudy, Robrecht, enz.), NP Beernem (Luc, Kristof, Ruben, enz.) en NP Blankenberge (Geert, enz.). Excuses als ik iemand vergeten ben.

Frank De Scheemaeker, www.mergus.be, fds4022@gmail.com

Marc De Ceuninck           marc.de.ceuninck@skynet.be