Fonteintjes 5 oktober 2010

Frank De Scheemaeker

Een kort verslagje van de voorbije teldagen.

Opvallende vinken -en graspiepertrek gevolgd door enorme aantallen zanglijsters.  Tevens eerste aantallen veldleeuwerik en spreeuw.

Een vijftal dagen geleden begon het met een opvallende toename van graspieper (een paar duizenden),opvallend hierbij is dat deze niet zo meteen het binnenland invliegen maar eerder de kustlijn volgen en vooral ook uit zee komen.  Na een dag of twee begonnen de vinken de graspiepers in te halen.  Dankzij vooral grotere groepen (tot 50/70).  Tijdens de graspieperdagen begonnen de vinken vooral later (rond 9h00) vooral goed door te vliegen.   Anders dan bij de vinkendagen dat ze vooral van de vroege morgen goed begonnen te vliegen.  Misschien niet echt wetenschappelijk, maar voor mij viel de overlappingsdag toch opvallende goed op.  Met name toen waren het gemengde groepjes, terwijl er voor en er na het vooral soortgebonden groepjes waren.

De eerste dag met serieuse zanglijstertrek werd de telpostrecord verpulverd met meer dan 1000 ex., 90 % daarvan kwam uit zee, met een zo wind, de dag er na, met een zzw kwamen de lijsters vooral de voorhaven binnen maar bogen zij ter hoogte van het Boudewijnkanaal af naar het binnenland, waardoor veel ex. niet gezien werden. 

De ijsgorsen invasie blijkt uiteindelijk ook hier zijn impact te hebben, met een totaal aantal van bijna 20 ex. is het najaar alvast voor deze soort geslaagd.

Voorts vlogen vooral de smellekens goed (nagenoeg allen over zee), de velduilen (al moeten we bij deze altijd de vogel goed volgen, om het aantal pleisterende/foeragerende vogels uit de voorhaven niet mee te rekenen).  Een onopvallende rode wouw trok richting binnenland.  De gaaien trek werd tot nog toe niet waargenomen en blijft beperkt tot het binnenland.  Af en toe een solitair ex. waarvan het trekgedrag in twijfel getrokken kan worden.  Ook van de pimpelmezentrek (in vgl. met ndl telposten langs de kust) werd nog niet veel gezien.  Aalscholvers trekken vooral bij rustig weer en dat was ook te merken bij eerder windstillere dagen.  Lepelaars en blauwe reigers blijven het goed doen, met af en toe tientallen ex..  In de komende week met een permanent oostelijk windje verwachten we er alvast meer en wellicht ook het laastste restje.

Spreeuwen, spreeuwen en nog eens spreeuwen.  Uit de voorhaven komend, uit zee en over de polders.  Grote groepen tot drie duizend passeerden reeds de revue.

Ook van groenlingen, kneu’s en putters passeerden reeds goeie aantal over de ndl telposten langs de kust.   Helaas vormt de voorhaven voor sommige soorten en bij sommige aangelegenheden/weersomstandigheden een aantrekkingskracht maar tevens ook een barriere.  Zo trekken veel zangvogels ver over de polders, tegen licht en dus niet altijd determineerbaar.

De eerste twee kleine rieten zijn gespot, alsook enkele honderden kolganzen.  Nu nog even wachten op de rest en de grootste aantallen de komende weken.