SLAAPPLAATSEN van WULPEN, 25 januari 2014

Machteld Kaesemans

Foto: Marc Nollet .

 

Projectleiding en tekst: Guido Rappé.

 

Naar jaarlijkse traditie wordt er op de laatste zaterdag van januari een gecoördineerde actie rond wulpen gehouden. Gluren bij de buren in de schemeruren: we kijken binnen in de slaapvertrekken van onze winterse wulpen om te weten met hoeveel ze daar wel samenhokken in de nacht.

 

Op zaterdag 25 januari 2014 was het weer van dat: een telling van wulpen op de slaapplaatsen. De eindresultaten gaan naar het INBO, maar voor eigen streek maken wij al even traditioneel graag een eigen overzicht. De winter was tot nu toe erg zacht geweest, met wat neerslag, zodat het landschap er nogal nat bij lag. De vrijdagnamiddag was een stralende zon van de partij geweest, zodat de aanwezige wulpen nog wat hadden kunnen bronzeren, om er op hun wulpsbest uit te zien op hun hoogdag . De zaterdag van de telling was het grauw, met een vervelend, koud windje, drupneusweer. De grijze hemel dreigde wel met regen, maar hield zich in voor de duur van het veldwerk, om pas de kranen open te draaien in de avond, na de telling. Daar waren wij mooi aan ontsnapt.

Het klimatologisch contrast met vorig jaar kon niet groter zijn: toen hadden wij al twee weken sneeuwval en vorst achter de rug, met temperaturen uit de tijd dat winters nog winters wit waren, soms tot meer dan tien graden onder nul.

 

De meeste tellers waren van 16u tot 18u in hun gebied aanwezig.

.

Voorhaven Zeebrugge

Marc De Ceuninck had de telling in de voorhaven afgesloten op 105 wulpen om 17u30. Toen was er al een een dik kwartier geen beweging meer. Jean-Pierre Verduystert zag achteraf toch nog 73 Wulpen aanvliegen, even rusten op het strand en doorvliegen richting voorhaven. Totaal voor dit gebied 178.

 

Achterhaven Zeebrugge

Dit gebied boet nu al enkele jaren aan belang in op het vlak van wulpenslaapplaats. Guido Rappé, Frank De Scheemaeker en gezelschap telden op de klassieke plaats, de polders bij de Hoge Noen, zo’n 150 wulpen. Veel bewegingen werden er niet vastgesteld.

 

Zwin

Patrick Janssens telde aan de Zwingeul: om 16u50 vliegen de wulpen, aanvankelijk slechts 81, op uit de geul om verder strandwaarts, in het mondingsgebied van de geul neer te strijken. De telling haalde op het einde een totaal van 144 ex. Zijn collega Willy telde vooraan en zag er 15 Wulpen maar geen slaaptrek. Totaal voor het Zwin: 159.

 

Uitkerkse Polder

Altijd de grote sterkhouder, het wulpste gebied in de regio, goed voor hoge aantallen. Geert Declercq en vrienden konden er op de verzamelplaats in de Reigersweiden tegen de Drijfstraat om 16u45 al een 1100 wulpen tellen. Na 17 uur kwamen er nog groepjes bij van resp. 110, 80, 120, 350 en 29. Een mooie sfeer allicht, met echte slaaptrek op deze ene grote slaapplaats. Gezamenlijk vlogen ze dan nog eens op om zich aan de andere kant van de Drijfstraat neer te zetten. Alles samen goed voor 1789 ex.

 

Damme en omgeving

Vorig jaar (vorst) was er nauwelijks een wulp te zien, maar nu waren de Stadswallen, voor de kijkhut, goed voor 750 vogels op de slaapplaats (Rudy Leplae) terwijl Romboutswerve,  aan de witte villa, ook 62 slapers op bezoek kreeg (Emmanuel Crul).

De slaapplaats in de kleiput te Oostkerke (vlakbij Hoeke) werd geteld door Guido en Magda Burggraeve-Cuvelier. Reeds om 16u10 kwamen er 610 toe in 3 grote groepen. Later kwamen er daar nog slechts 50 bij, totaal 660 wulpen.

 

Lage Moeren Meetkerke

Zonder dat ze van elkaar wisten, waren twee tellers bereid naar de Lage Moeren te gaan. Rik De Jaeger was dan maar naar de Kwetshage getrokken om te zien of daar aan de plassen ook wulpen komen slapen, zonder resultaat. Wim Jans meldde dat 177 wulpen kwamen slapen aan het plassen langs de Oosternieuwweg (het best te tellen langs het kanaal).

 

Bourgogne Meersen Eernegem-Westkerke

Dit gebied tussen Eernegem, Westkerke en Gistel, deels reservaat van Natuurpunt, is gewoonlijk ook een belangrijke slaapplaats in de streek. Zo’n 620 wulpen passeerden het vizier van de tellers Koen Maertens en Dirk Anseeuw.

 

Pompje Oudenburg

Een datum is een steekproef. Slechts 92 wulpen werden er deze keer geteld, terwijl er de ganse winter op ‘normale avonden’ tussen de 250 en 300 komen slapen volgens Dirk Vanhoecke van Middenkust.

 

Sluiskreek Zandvoorde

Nog een gebiedje van de Middenkust dat mee opgenomen wordt in dit jaarlijks overzicht: Serge Allein telde daar 157 wulpen.

 

Sijsele en Oedelem

Op eigen initiatief heeft Stefaan Anseeuw in de late namiddag een aantal gebieden op het grondgebied van Sijsele en Oedelem doorkruist, omdat daar toch regelmatig groepjes worden gezien:

Katinne, Oedelem-Zandberg, Witte Moere, Sijsele Veldhoek, Sijsele Noordermeers, Moerkerke Kaleshoek en Oude Spoorwegberm Sijsele. Dat zullen dan wel foeragerende wulpen zijn geweest, want een slaapplaats werd niet ontdekt. Meer nog, die namiddag heeft hij geen wulpen gezien. Dat wij dit toch opnemen in het verslag, mag niet verbazen. Dit is even relevante informatie als een telling met positieve aantallen: weten dat daar geen wulpenslaapplaatsen waren (op de dag van de telling).

 

Conclusie

We telden in het totaal 4794 vogels op 11 plaatsen in de wijde regio (met dank aan Middenkust voor enkele cijfers), het 2e beste jaar sinds de tellingen. In volgorde van belangrijkheid zijn dat dit jaar: 1789 ex. Uitkerkse Polder, 1472 ex. voor Damme-Oostkerke (som van 3 gebieden), 620 ex. voor de Bourgognemeersen in Eernegem-Westkerke en een reeks minder belangrijke gebieden die telkens goed zijn voor, afgerond, tussen de 100 à 200, de Voorhaven van Zeebrugge (178), Lage Moeren Meetkerke (177), het Zwin (159), de Sluiskreek bij Zandvoorde (157), de Achterhaven van Zeebrugge (150) en het Pompje Oudenburg (92). Veel van deze ‘kleinere’ gebieden kunnen sommige jaren een veelvoud hiervan herbergen.

Op een aantal plaatsen waar ook wel eens concentraties gezien werden, zijn op de telling geen vogels opgemerkt.

 

Ter vergelijking de aantallen van de vorige jaren: 3528 ex op 31/01/2009, 3184 ex op 30/01/2010, 6205 op 29/01/2011, 3975 op 28/01/2012.

Het aantal dit jaar ligt beduidend lager dan het topjaar 2011. Toen had het echter al enige tijd gewinterd (en viel de telling in de natte dooiperiode), wat dit jaar niet het geval is geweest.

Het aantal ligt wel hoger dan het gemiddelde van ca 3500 in ‘normale’ winters (2009, 2010, 2012). Vorig jaar, in het pas die dag voorzichtig dooiend witte sneeuw- en vorstlandschap van toen, kende de wulpenaanwezigheid een absoluut dieptepunt van een geschatte 1100 ex.

 

Een oprecht woord van dank aan alle tellers: Dirk Anseeuw, Koen Maertens, Stefaan Anseeuw, Geert Declercq, Marc De Ceuninck, Jean-Pierre Verduystert, Guido Rappé, Frank De Scheemaeker, Patrick Janssens, Guido en Magda Burggraeve-Cuvelier, Wim Jans, Rik De Jaeger, Rudy Deplae, Emmanuel Crul, Dirk Vanhoecke,  Serge Allein en enkele vergezellende wulpenliefhebbers.