Blikvangers 26 februari  t.e.m.  3 maart 202

Steven D’Haese

Weer een uitgesproken sombere en natte week, met een enkele mooie dag op dinsdag. De temperaturen draaien rond de normale waarden.

Ondanks het ondankbare weer, werden onze zeer  zeldzame overwinteraars, 2  Ross’ ganzen en een Aziatische roodborsttapuit zowat dagelijks bekeken. Het mannetje Amerikaanse wintertaling werd nog op 26/02, één  dag na zijn ontdekking,  gezien in Kwetshage. Op 3/03 nog eens een ringsnavelmeeuw op de Hoge Dijken: dat was ook het geval op deze locatie in (maart) 2002, 2003, 2011, 2012, en 2013.

Er waren verlengde verblijven van een aantal long stayers : de roodhalsgans in Uitkerke, de 2 grote zaagbekken aan de Ringvaart , de geoorde fuut op Put Vlissegem,  de 2 roerdompen en de 2 buidelmezen  in Uitkerke, de rouwkwikstaart op Zeebrugge strand.

Dé blikvanger van de week was allicht de massieve trek van boomleeuwerik op 29/02 over de kustlijn van Mergusland. Na extrapolatie werd geschat dat er tussen 11u en 16u zowat 1.000 vogels over het Zwin passeerden, wat ongezien is in de Belgische trektelgegevens. Vreemd genoeg was daar op de (onbezette?) Nederlandse trektelposten langs de kust niets van te merken . In het spoor van de leeuwerikjes, zowat 10.000 vinken NO boven het Zwin.

Ook spectaculair op 1/03 : groepen van 57 en 26 ooievaar over respectievelijk de kustlijn en Knesselare, 23 kraanvogels over Beernem.  Verder de doortocht van  7 rode wouwen op evenveel locaties en  1 zeearend over de Fonteintjes. Tevens grote zaagbek op de Hoge Dijken, appelvink en rouwkwikstaart in het Zwin. Daar is ook de fameuze hybride witte x rouwkwikstaart teruggekeerd uit zijn winterkwartier.  

Geen record en ook geen zeldzame soort, maar wel opvallend : op de zonnige 25/02 waren er op heel wat plaatsen luidruchtige groepjes thermiekende buizerds te zien (49 in totaal), waarbij ook baltsende vogels. Het is een jaarlijks verschijnsel waarbij op het einde van de winter de overwinterende buizerds mekaar lijken op te zoeken, en waarbij baltsende vogels willen aantonen dat ze van plan zijn om een territorium te vestigen.

Bij de aankomers – één absolute blikvanger – een eerste, erg vroege oeverzwaluw op 02/03 langs de Fonteintjes, enkele stevige groepen grutto’s, bv. in Stalhille en in het  Zwin. Ook  4 geoorde futen op de Hoge Dijken kunnen wellicht  tot de aankomers gerekend worden.

Grote, middelste en kleine bonte spechten lieten zich op de betere weersmomenten goed horen en zien, en sporadisch werden er nog wat grote barmsijzen en kruisbekken genoteerd.

 

Tekst: Patrick Keirsebilck

Foto’s: Patrick Keirsebilck (boomleeuwerik)