Woensdag en donderdag 6 Beaufort WNW, zo voorspelden de weerkaarten vorige zaterdag. Een voorspelling 4 dagen vooraf kan nog alle kanten uit, zo leert de ervaring, maar het deed alvast likkebaarden naar goede dagen ‘seawatch’. Uiteindelijk zwakte de voorspelling af naar 5 Bft W, afwachten maar…
In De Panne beleefden ze woensdag een hoogdag, met 75 Noordse pijlstormvogels en maar liefst 14 Vale pijlstormvogels, een verpulvering van het landelijk dagrecord. Met de wetenschap dat pijlen ‘s avonds nog stevig kunnen doorgaan trok ik woensdagavond naar de punt van de Westdam in Zeebrugge. Meteen bij aankomst zag ik om 19u met het blote oog een Noordse pijl langskeilen. Het werden er in totaal nog 29, waarvan een groepje van 5 en veel vogels zeer dicht.
Vol hoop vertrok ik vanmorgen bij het eerste licht terug richting Zeebrugge. In Brugge stond er teleurstellend weinig wind en de windmolens van Dudzele waren naar WZW gericht: dit beloofde niet veel goeds. Nog voor ik de tele had opgesteld zag ik met het blote oog opnieuw een Noordse pijl langsscheren, yes! Tegen 8u had ik er al meer dan 20 en wat later kreeg ik versterking van Jan Baert. Tot 16.30u telden we zomaar eventjes 226 Noordse pijlen. Grauwe pijlen waren in de minderheid vandaag met slechts 14 exemplaren. Naar goede gewoonte bleven deze laatste op respectabele afstand maar eentje steelde de show en vloog rakelings langs, dit moet zowat mijn dichtste ooit zijn.
En waar blijft die Vale pijl? Na meer dan 100 Noordse kwam er toch een bruine rakker langs, even in gezelschap van zijn zwart-witte broer. En dan nog dicht genoeg voor een bewijsfoto, het feest was compleet.
