Heel wat minder opvallende soorten in vergelijking met vorige week! Noch de dwergarend, zeearend, ijseend en pestvogel werden gemeld. Maar het mooie weer en de stootvogel bracht veel volk op de been – ziehier een relaas:
Eerst de vaste waarden, daarna dag per dag.
Strandleeuwerik: nog steeds de ganse week 3 ex. in het Zwin pleisterend.
Grote zaagbek: deze week opnieuw opgemerkt aan de Brugse ringvaart en aan de Warandeputten te Oostkamp.
Kuifduiker: zwemt nog steeds dagelijks tussen het zeekanaal en het insteekdok West te Zeebrugge.
Appelvink: dagelijks te zien op de gekende plaatsen: centrum Moerkerke, Miseriebocht, centrum Assebroek, Put Roksem en Ver Assebroek.
Amerikaanse smient liet zich tot en met dinsdag 21.01 bewonderen te Hoeke.
Amerikaanse wintertaling daarentegen de ganse week prachtig te zien te Varsenare Kwetshaege.
Graszangers proberen de koudeperiode te overleven in het Zwin en de Uitkerkse Polder…
Dag per dag!
27/01: man topper Roksemput, roerdomp Kwetshaege Varsenare
28/01: 22 grote gele kwikstaart op slaapplaats Assebroek (20 ex. op 31/01)
29/01: minstens 250 aalscholver aan Kleiputten Wenduine
30/01: 1 Pontische meeuw Wingene
31/01: 1 kleine strandloper Kwetshage Varsenare (ook 01/02), resp. 6 en 5 boomleeuwerik te Vyvenkapelle en Oedelem
01/02: 1 rode wouw, eerst over Sint-Michiels, later over Oostkamp
02/02: her en der toendrarietgans, goudvink Ryckevelde.
Nieuws van de Noorderburen: in Nederland werden in 2024 volgende broedgevallen en of territoria vastgesteld:
5 wilde zwaan, 1 brilduiker, 5 nonnetje, 11 roodhalsfuut, slechts 75 steltkluut (tov 165 in 2023), 3 oeverloper, 2 dwergmeeuw, 39 wouwaap, 41 koereiger, 6 visarend (waarvan 1 in Zeeland), (slechts) 3 blauwe kiekendief, 41 rode wouw, 6 zwarte wouw, 40 zeearend, 1 dwerguil, 6 hop, 101 oehoe, 25 velduil, 12 bijeneter en 11 buidelmees.
Territoria van 1 iberische tjiftjaf, 2 struikrietzanger, 7 roodmus, 1 grote kruisbek, 1 noordse nachtegaal. Voor het eerst sinds de eeuwwisseling geen Europese kanarie meer.
Tekst: Frank De Scheemaeker
Foto’s: Patrick Keirsebilck (Amerikaanse wintertaling, strandleeuwerik, grote gele kwikstaart, goudvink, kolgans, ransuil)
Lay-out en publicatie: Steven D’haese