MERGUS: De naam van een SCHITTERENDE VOGELSOORTGROEP en van een DYNAMISCHE VOGELWERKGROEP

Machteld Kaesemans

Nonnetje  Foto Johan Buckens.


MERGUS  (ZAAGBEK) is een geslacht van vogels uit de familie eenden, ganzen en zwanen “Anatidae”.

Het zijn vrij kleine tot grote duikeenden met een kleine haak aan de punt van de snavel en tandachtige lamellen op de snijranden, waarmee ze vis goed kunnen vasthouden.

Wij kennen hier drie soorten, waarvan de twee grote  nogal op elkaar lijken. De derde “Het Nonnetje” is kleiner  en compacter. Het zijn uitstekende duikers.

.

.

MERGUS (VOGELWERKGROEP) werd opgericht in 1986 door Georges De Putter en Frank De Scheemaeker, met als doel  alle vogelwaarnemingen en tellingen in de regio te verzamelen en te verwerken.

Die naam werd gekozen en is gebaseerd op een actie, die toen ondernomen werd om Roksem Put te beschermen. Deze zandwinningsput dreigde in de handen te vallen van Bloso, voor het beoefenen van watersporten. Die plas was toen echter zo goed als de enige plaats waar grote aantallen watervogels overwinterden en “De Grote Zaagbek”, Mergus merganser, was daar het paradepaardje van.

Daarom werd gedacht aan de naam Mergus, maar de Grote Zaagbek was reeds het symbool voor Roksem Put. Dus maakte men een andere keus “ Het Nonnetje” Mergus Abellus” een bijzonder attractief uitziend eendje. De Latijnse benaming werd ondertussen wel gewijzigd … Mergus werd Mergellus in de laatste vogelboeken.

De Mergus regio bestreek in het begin van de jaren 90 de ganse kuststreek, maar werd later teruggebracht tot Noord-West-Vlaanderen.

De Mergusgroep bloeit meer dan ooit en kan rekenen op zeer actieve en vurige aanhangers.

.

Hieronder worden de 3 verschillende types Zaagbekken  in het kort beschreven.

.

Foto Geert Vanhulle.

.

1. Het NONNETJE “Mergellus abellus” is de kleinste van de zaagbekkenfamilie (L 38-44 cm, S 56-69 cm). Maar weinig vogels zijn zo gracieus als het mannetje, prachtig wit met duidelijk scherp belijnde zwarte tekeningen. Hij heeft een wit vederkleed, zwart masker voor en rond het oog, een zwarte streep achter de ooglijn en een zwarte tekening op de lichte vleugels.

.

Nonnetje V.  Foto Herman Blockx.

.

Het vrouwtje is minder opvallend, ze heeft een roestbruine kop, witte keel en een donkergrijs lichaam.

Het zijn uitstekende duikers die achter hun prooi aanzwemmen. Het menu bestaat voornamelijk uit visjes, maar ook kreeftachtigen, slakken en waterkevers.

Ze broeden  in boreale bossen (bossen op hogere breedtegraad) aan heldere meren of traag stromende rivieren. Ze nestelen in boomholtes ook in oude nesten van Zwarte Specht. In Europa broeden ze in Lapland en Rusland tot diep in Siberië. Finland herbergt de grootste aantallen.

Het Nonnetje is in België en Nederland een wintergast, de laatste jaren is het aantal overwinteraars bij ons  vrij klein.

.

Middelste Zaagbek m.  Foto Geert Vanhulle.


2. De  MIDDELSTE ZAAGBEK “ Mergus Serrator” (L 52-58 cm, S 67-82 cm) doet erg exotisch aan. Het mannetje heeft een dunne, spitse, bloedrode snavel, een kopergroene kop met wilde kuif ( bijna punk) met daarin een helderrood oog. Hij heeft een witte halsring boven een roodbruine met zwart gestreepte borst en een kenmerkende zwarte zijborst met grote witte vlekken als parels.

.

Middelste Zaagbek V.  Foto Geert Vanhulle.

.

Jammer genoeg is het vrouwtje minder opvallend gekleurd, zij is egaal grijs met bruine kop en lijkt op vrouw Grote Zaagbek. Ze is wel hiervan te onderscheiden door het ontbreken van een scherpe scheiding tussen bruine kop en vaalwitte benedenhals. Zoals het mannetje heeft ze ook een ongekamde veertooi op het achterhoofd en dezelfde ranke snavel .

Ze zwemmen zigzaggend, met hun hoofd in het water op zoek naar voedsel, dat bestaat uit visjes, kleine kreeftjes, paling, krabben, garnalen, wormen en insecten. Ze geven de voorkeur aan zout en brak water.

De Middelste Zaagbek broedt aan kusten en heldere binnenwateren in taiga en bergland en op toendra. Het nest, een kuiltje in de grond is bekleed met bladeren en dons en is meestal gelegen op korte afstand van de oever. In Europa broeden ze vooral op IJsland , Scandinavië en Rusland.

In België en Nederland is deze Mergus een doortrekker en een wintervogel in vrij groot aantal.

Ze overwinteren  dus vooral op zee bij visrijke gronden, ook brakke wateren zijn geschikt.

.

Grote Zaagbek m Foto Geert Vanhulle.

.

3.  De GROTE ZAAGBEK “ Mergus merganser” (L 58-68cm, S 78-94 cm) is eveneens een opvallende verschijning. Hij is  groot met een langwerpig gestroomlijnd lichaam en een lange, dunne, rode snavel.

Het mannetje is grotendeels wit met zwarte kop en bovenhals. De kop heeft van dichtbij wel een groenachtige glans. Bovendelen zijn grotendeels zwart. De op manen lijkende kuif geeft het achterhoofd een vreemde bolle vorm.

.

Grote Zaagbek V.  Foto Geert Vanhulle.

.

Het vrouwtje heeft grotendeels een grijs lichaam met lichtere borst , die scherp is afgesneden  door de donker roodbruine hals en kop. De vrouwtjes hebben een volle kuif.

Het menu bestaat uit vis en waterinsecten.

.

.

De Grote Zaagbek  broedt aan meren en traag stromende rivieren in bosrijke gebieden met helder visrijk water en oude bomen met nestholten. Ze nestelt ook in nestkasten, onder of in huizen en in nissen. In Europa broeden ze vooral in IJsland, Scandinavië, Baltische staten en Rusland.

Ze zijn doortrekker en wintergast in redelijk aantal. Zout water wordt door de Grote Zaagbek  gemeden in tegenstelling tot  de nauw verwante Middelste Zaagbek.

.

De winter staat voor de deur, hopelijk kan elkeen deze drie soorten in alle rust bewonderen in onze streek. De Achterhaven, Boudewijnkanaal, Oostendse Vaart, Insteekdokken, Eendekooi Meetkerke en niet te vergeten Roksem – en Vlissegem put zijn  geschikte locaties.

.

Machteld Kaesemans 30-10-2011.