Waarom winters nooit 1e winter Burgemeesters brengen

Jan Baert

Juveniel, 1e kalenderjaar of 1e winter? Waarnemingen.be biedt heel wat mogelijkheden om de leeftijd van een vogel aan te duiden. Hoewel deze begrippen op het eerste gezicht synoniemen lijken – ze verwijzen allemaal duidelijk naar een jonge vogel in zijn 1e levensjaar – zijn ze echter verbonden aan diverse systemen om de leeftijd aan te duiden. De termen juveniel en 1e winter verwijzen immers naar een specifiek verenkleed dat bekomen wordt door rui. De term 1e kalenderjaar daarentegen verwijst naar een leeftijd, ongeacht het ruistadium.

 

Het systeem van kalenderjaren is dus het eenvoudigst toe te passen. Vanaf het moment dat een kuiken uit zijn ei kruipt gaat hij zijn eerste kalenderjaar in. Dat duurt tot 31 december van datzelfde jaar. Vanaf 1 januari gaat de vogel dan zijn 2e kalenderjaar in.

 

Zoals hierboven reeds aangehaald verwijzen de termen juveniel en 1e winter naar een specifiek kleed. Het correct op naam brengen vereist dus enige kennis van de ruistrategie van de soort. Wanneer meeuwen uit het ei kruipen hebben ze reeds een donskleed. Na enkele dagen breken dan de eerste spoelen van nieuwe veren reeds door en langzamerhand groeien de eerste echte veren over het donskleed heen. Dit eerste kleed waarmee de jongen uitvliegen, is het juveniele kleed. Tussen het uitvliegen en de eerste volledige rui in het voorjaar van hun 2e kalenderjaar, ruien vogels echter nog een variabel aantal veren. Deze rui wijkt in sequentie af van alle latere ruien en wordt de postjuveniele rui genoemd en brengt de vogels in het eerste winterkleed. Deze rui begint vrij snel na het uitvliegen en manifesteert zich vooral door het vervangen van de schouderveren. Echter, zuidelijker soorten zoals Geelpootmeeuw, die vroeger broeden dan onze Kleine Mantelmeeuwen en Zilvermeeuw, kennen een vrij uitgebreide postjuveniele rui waarbij dikwijls ook kleine, middelste en grote dekveren in betrokken worden evenals tertials. Noordelijke soorten en populaties kennen echter een veel beperktere postjuveniele rui (wat een goed aanwijzing kan zijn bij de herkenning van Scandinavische Zilvermeeuwen). Bij Grote en Kleine Burgemeesters is de postjuveniel rui erg beperkt. Bijgevolg bekomen deze vogels geen noemenswaardig 1e winterkleed.

 

IMG_20150625_213948

Kleine Mantelmeeuw pullus: volledig in donskleed (juli 2015, Oostende)

_MG_7221

Juveniele Zilvermeeuw (augustus 2013, Oostende)

BT4Z9489

1e winter Geelpootmeeuw: bemerk de volledig geruide schouderveren + een groot aantal geruide dekveren en tertial (november 2015, Oostende)

IMG_1685

Juveniele Grote Burgemeester (januari 2013, St-John’s)

Schermafbeelding 2015-12-20 om 20.21.28

Juveniel Grote Burgemeester: exemplaar met enkele geruide schouderveren (januari 2012, Nieuwpoort, foto Koen Devos)

Schermafbeelding 2015-12-20 om 20.38.12

Juveniele Kumliens meeuw: exemplaar met zowel een paar geruide schouderveren en contourveren (januari 2013, St-John’s)