Sensationeel: voor het eerst duikt de wilde Ross’ gans op in Europa. Twee vogels werden op 9 oktober 2023 opgemerkt in Stalhille (West-Vlaanderen) tussen een groep kleine rietganzen. Op basis van de wetenschappelijke ring aan de rechterpoot van één van beide vogels weten we dat deze vogel eerder geringd werd in Nunavut in Canada. Deze twee Ross’ ganzen hebben er een indrukwekkende tocht opzitten: vanuit Canada, via Noorwegen, Denemarken en Nederland naar België.
De Ross’ gans broedt in Noord-Canada en overwintert in het zuiden van de Verenigde Staten en Noord-Mexico. De soort was midden vorige eeuw bedreigd, met een broedpopulatie van amper 6.000 in 1931. Sindsdien namen de aantallen sterk toe: rond 1990 werd de populatie al geschat op 229.000 en in 1998 liep dat aantal op tot 609.100. Ook het verspreidingsgebied werd groter, met steeds meer nieuwe vestigingen in oostelijke richting. De kans dat er ooit een Ross’ gans zou afdwalen naar Europa werd almaar groter. Eén probleem: de soort wordt in Europa vaak gehouden in gevangenschap. Het gros van de Ross’ ganzen die hier opgemerkt werden, werden dan ook weggeschreven als vogels die uit gevangenschap waren ontsnapt. Een wilde herkomst aantonen kon enkel indien een Ross’ gans die in het natuurlijke verspreidingsgebied werd voorzien van een wetenschappelijke ring zou opduiken in Europa én indien de inscripties op die ring zouden kunnen worden afgelezen. Maar die kans leek zo goed als onbestaande. Tot nu dus …
Sinds 18 september 2023 werden twee Ross’ ganzen opgemerkt in Støreshøgda (Noorwegen). Beide vogels verbleven in een groep kleine rietganzen. Eén exemplaar droeg een ring aan de rechterpoot. Dit leek echter geen plastic ring (zoals de ringen die doorgaans worden aangebracht bij kweekvogels die in siervogelcollecties worden gehouden) maar een metalen ring. Dit soort ringen wordt standaard gebruikt bij wetenschappelijk onderzoek. Het vermoeden rees dat deze vogel geringd zou kunnen zijn in het oorspronkelijke verspreidingsgebied. Mogelijk zou het dus om een wilde Ross’ gans kunnen gaan.
Twee Ross’ ganzen gefotografeerd in Støreshøgda (Noorwegen) op 27 september 2023. Het rechtse exemplaar draagt een metalen ring aan de rechterpoot (foto: Odd Rune Einmo).
Op 7 oktober werden de twee Ross’ ganzen gespot nabij Mandø (Denemarken), opnieuw in een groep kleine rietganzen. Rond dit moment van het jaar verlaten tienduizenden kleine rietganzen immers de arctische broedgebieden, op weg naar de meer zuidelijk gelegen overwinteringsgronden. Het leek dus dat de twee Ross’ ganzen de groep kleine rietganzen zou volgen richting zuiden. Dat bleek ook het geval te zijn. Op 8 oktober konden vogelaars vanaf de trektelpost De Vulkaan (Den Haag) de Ross’ ganzen (om 09:20) oppikken in een groepje van 29 voorbijtrekkende kleine rietganzen. Via een Rare Bird Alert werd de melding rondgestuurd, waardoor vogelspotters op de Maasvlakte (nabij Rotterdam) de ganzen konden onderscheppen. Om 11:07 werd de groep opnieuw opgepikt in Cadzand, vlakbij het Zwin, waar ze de grens met België overstaken. Voor Belgische vogelaars was dit het signaal om de traditionele overwinteringsplaatsen van de kleine rietganzen af te speuren. Met succes, want op 9 oktober werden de Ross’ ganzen gevonden op een maïsstoppelveld in Stalhille (deelgemeente van Jabbeke).
Intussen werd duidelijk dat een deel van de inscripties op de wetenschappelijke ring al was afgelezen in Noorwegen. Op basis hiervan kon worden achterhaald dat slechts drie Ross’ ganzen ooit werden voorzien van een ring met de afgelezen inscripties. Elk van deze drie werden geringd nabij Nunavut (Canada). Welke van die drie de vogel van Stalhille is, zullen we pas weten als de volledige inscriptie op de ring afgelezen kan worden. Maar één ding weten we nu al zeker: het gaat om een vogel die afkomstig is uit het natuurlijke verspreidingsgebied van de Ross’ gans. Spectaculair nieuws, aangezien een wilde herkomst van deze soort nog nooit eerder in Europa kon worden aangetoond!
De gele speldjes tonen de locaties van de drie Ross’ ganzen die werden voorzien van een wetenschappelijke ring met de inscripties 7-235. Elk van deze vogels werd dus geringd in de omgeving van Nunavut (Canada).
De vogels zullen vermoedelijk, samen met de kleine rietganzen, overwinteren in de kustpolders. De oostkustpolders zijn als overwinteringsgebied immers van internationaal belang voor de kleine rietgans. Het aantal kleine rietganzen dat in de Vlaamse kuststreek overwintert, vertoont een sterk dalende trend. Steeds meer exemplaren brengen immers de winter door in Denemarken en Zweden en zakken niet meer af tot in België, vermoedelijk als een gevolg van de klimaatverandering. Toch is het aantal dat bij ons overwintert nog altijd goed voor 20 à 25% van de totale populatie. Kleine rietganzen zoeken hun voedsel vooral op historisch permanente graslanden met microreliëf, waarbij de aanwezigheid van poelen en depressies met water op de foerageerplaatsen van essentieel belang is. Vooral de weidecomplexen van o.a. Damme, Dudzele, Oostkerke, Lissewege, Uitkerke, Meetkerke, Klemskerke en Vlissegem zijn erg in trek. Maar ook op natte en zwaar doorploegde akkers wordt de soort vaak aangetroffen, op zoek naar oogstresten van o.a. maïs, aardappelen en suikerbieten. Vermoedelijk zullen de twee Ross’ ganzen zich de komende maanden steeds ophouden in groepen kleine rietganzen.
Er wordt verwacht dat heel wat vogelaars de komende dagen naar de kustpolders zullen afzakken om de Ross’ ganzen te spotten. Om de rust van alle pleisterende ganzen maximaal te garanderen wordt gevraagd om de vogels enkel vanuit de wagen te observeren en zeker niet de akkers of weilanden in te lopen. Zoals de meeste ganzen zijn het schuwe vogels die niet dicht benaderd kunnen worden. Het vermijden van elke vorm van verstoring is van essentieel belang. Na een lange trektocht vanuit de arctische broedgebieden op o.a. Spitsbergen en Nova Zembla verdienen deze ‘vriezeganzen’ alle rust. Dat geldt eveneens voor de twee verdwaalde Ross’ ganzen, die er ook nog eens een fenomenale trans-Atlantische vlucht hebben op zitten.
Weetjes: De Ross’ gans is vernoemd naar de Britse marineofficier en poolreiziger Sir James Clark Ross die tussen 1839 en 1843 de Antarctische expeditie van HMS Erebus en HMS Terror leidde. In 1841 ontdekte hij de Ross-zee, Victorialand en de vulkanen Erebus en Terror. Zijn naam werd gegeven aan verschillende soorten die tijdens zijn expedities ontdekt werden, waaronder de mythische Ross’ meeuw die in 2021 opdook in Nieuwpoort en Zeebrugge. Het gebeurt niet zo vaak dat een nieuwe vogelsoort kan worden bijgeschreven op de Belgische lijst, al is de Ross’ gans al de tweede toevoeging op enkele weken tijd. Op 29 september werd immers een bonte zanger ontdekt in Heist. Dit was eveneens een eerste geval voor België, eveneens van Amerikaanse origine, eveneens zwart-wit gekleurd.
Tekst: Dominique Verbelen (Natuurpunt Studie)