Mannetje ijsvogel in Demerbroeken – Marc Nollet
Onderzoek en tekst door Ruben Saey
De ijsvogels in de Warandeputten van Moerbrugge, ook gekend als “Opgespoten terreinen OTMB” zijn tot ver buiten de grenzen van het Mergusgebied en de provinciegrenzen bekend. Ze zijn al duizend keren op de gevoelige, tegenwoordig digitale plaat vastgelegd. Het is er vaak dringen om een plaatsje in de kijkhut te bemachtigen wanneer het broedseizoen van deze mooie vogels begint. Je kan er naar de ijsvogels komen kijken en je krijgt er tevens een overzicht aan fotomateriaal, het ene al wat groter en duurder dan het andere maar altijd met hetzelfde doel: de staalblauwe schoonheden vastleggen.
In 2012 zag ik daar zelf hoe een koppeltje er 3 nesten van telkens 3 jongen wist groot te brengen. Heerlijk om te zien dat de soort het daar zo goed deed. Ook in “Miseriebocht” in Beernem/St-Joris deden ze het goed: ieder jaar werden daar ook enkele nesten grootgebracht. De lange winter van 2012/2013 diende de soort toch een rake klap toe, de lange vorstperiode en sneeuwlaag zorgde ervoor dat de voedsellijn werd afgesneden en er zo waarschijnlijk ettelijke aantallen door honger en kou omkwamen. Van broeden was in de Warandeputten helemaal geen sprake in 2013. De grote attractie van het reservaatje was verdwenen. Tot grote spijt van de talloze bezoekers en natuurfotografen.
De zachte winter van 2013/2014 gaf toch wat hoop op een herstel en het bleef spannend om de Mergus-waarnemingen te volgen en de eerste meldingen van de aanwezigheid van ijsvogels in de Warandeputten deed deugd aan vele harten. De waarnemingen namen naarmate het jaar vorderde toe, de hoop op een nieuw broedseizoen groeide. Na een paar schuchtere bezoeken en het even uitrusten op de beruchte tak kwamen de eerste tekenen aan de wand. Letterlijk dan want de vogels begonnen aan het graven van een nestholte. Dit lokte steeds meer bezoekers zodat soms moeilijk was om een plaatsje in de hut te bemachtigen. Alles bleek nu echter vlot te lopen en de vogels stoorden zich blijkbaar niet aan die drukte in de kijkhut. Een succesvol broedseizoen leek in de maak.
Koppeltje ijsvogel Warandeputten (Waarneming en foto Danny Claeysier)
Alles bleek normaal zijn gang te gaan tot ik een foto zag van Danny Claeysier op 23 maart op www.waarnemingen.be waar het mannetje een visje gaf aan het vrouwtje. Dit op zich is niet zo bijzonder, het is een ritueel dat aan een eventuele paring vooraf gaat. Maar het mannetje had een oranje/rode vlek op de ondersnavel en dit komt normaal gezien enkel en alleen bij het vrouwtje voor! Ik had er eerlijk gezegd voordien ook niet bij stilgestaan en dacht dat het vrouwtje gewoon meer in beeld kwam dan het mannetje. Ik heb zelf ook vele foto’s van deze vogels en ben die opnieuw maar met andere ogen gaan bekijken. Inderdaad, als men goed kijkt ziet men een verschil in de grootte van de vlek op de ondersnavel zodat het wel degelijk om 2 verschillende vogels gaat. Daar 2 vrouwtjes elkaar geen visje zouden geven in de paartijd moet dit wel een koppeltje zijn met een mannetje met een oranje/rode vlek! Ik vond dit een vreemd verschijnsel en ging op zoek naar informatie.
Ik raadpleegde mijn vogelgidsen en zocht op het internet maar daar vond ik enkel dat juveniele vogels roze-achtige vlekken kunnen vertonen die na enkele weken bij het vrouwtje verkleuren naar de gekende oranje vlek en dat bij het mannetje deze verdwijnen en de bek volledig zwart wordt. Bij sommige mannetjes gebeurt deze verkleuring niet helemaal zodat aan de snavelbasis er soms nog wat oranje/rood zichtbaar is. Ik stuurde de foto’s met een vraag om informatie door zowel naar Natuurpunt en Vogelbescherming Vlaanderen als naar IJsvogels.nl omdat ik hierover toch graag een wetenschappelijke verklaring wenste te krijgen.
Bij Natuurpunt kon men tot op vandaag nog geen concreet antwoord geven maar men zou daar de zaak verder onderzoeken. Van Vogelbescherming Vlaanderen ontving ik wel een antwoord: de vogel op mijn foto is inderdaad een adult mannetje en dat normaal deze vlekken verdwijnen eens ze uitvliegen. Bij het vrouwtje worden ze oranje/rood en hebben een grootte van 1/3 tot 2/3 van de lengte van de ondersnavel. Als dit gebeurt bij mannetjes zoals hier, is de grootte van de vlek tot 1/3 van de lengte van de ondersnavel. Ook zij vonden het een interessante vaststelling waar weinig info over te vinden is en ze beschouwden het net zoals ik een bijzondere waarneming. De Nederlandse site www.ijsvogels.nl liet weten dat ze de haar bezorgde info zou gebruiken om de gegevens over de ijsvogels op haar site aan te vullen.
Omdat dit fenomeen me dermate interesseert ben ik op zondag 30 maart voor dag en dauw naar de Warandeputten getrokken om zeker te zijn van het beste plaatsje in de hut om de vogels te fotograferen. Het omschakelen naar het zomeruur zorgde ervoor dat ik nog een uurtje op de parking in mijn wagen mocht wachten omdat het nog stikdonker was. Ik was wat bang letterlijk in de Warandeputten terecht te komen. Toen het begon te schemeren pakte ik mijn spullen en ging naar mijn stekje in de hut. Gelukkig was er nog niemand aanwezig (het zou niet de eerste keer zijn dat er fotografen overnachten in de kijkhut), zodat ik rustig mijn statief en telescoop kon installeren. Bij het eerste licht waren de vogels al actief. In het schemerduister zag ik al een eerste paring, nog veel te donker om te fotograferen en aangezien ik digiscoop moet ik het van stilstaande beelden hebben. Het feit dat dit alles gebeurde vlak voor mijn neus op de bewuste stok die iedereen die de hut al bezocht, nu wel kent, beloofde voor het verloop van de ochtend. Naarmate het klaarder werd kreeg ik een beter zicht op de vogels en nog voor de klok van 9 uur had ik ze al 3 keer zien paren. Ondertussen waren er nog enkele fotografen toegekomen en waren de beste plaatsen volzet. Ook zij genoten van het spektakel. Mijn hoofddoel was enkele duidelijke foto’s van het mannetje te maken om zo de vlek beter te kunen zien om die dan te vergelijken met die van het vrouwtje. Met regelmaat gingen beide vogels afwisselend graven in de nestgang en kwamen dan naar buiten om de aarde van hun bek af te spoelen. Ik kon beide geslachten fotograferen vanop dezelfde afstand op dezelfde tak. Beter had ik het niet kunnen wensen om de foto’s nadien te kunnen vergelijken.
De spanning nam plots toe toen het vrouwtje nerveus begon te piepen en haar plat op haar buik ging leggen op de tak wat verderop. Het mannetje liet zich niet onbetuigd en begon nerveus te antwoorden op haar gepiep. Alle lenzen werden op het vrouwtje gericht in de hoop een paring te kunnen vastleggen. Op het cruciale moment verscheen echter een tweede mannetje die het gepiep van het vrouwtje ook begrepen had en dacht zijn kans te kunnen wagen. Dit was echter buiten het aanwezige mannetje gerekend. Die schoot er als een pijl uit een boog naartoe en er volgde een waar luchtgevecht tussen beide mannetjes. Dit gebeuren was niet te fotograferen maar wel uniek om te zien en het maakte het vroege opstaan meer dan de moeite waard. Ik nam later nog vele foto’s en ik verliet even voor de middag de hut en reed moe maar voldaan naar huis. Ik wist dat ik mooi fotomateriaal mee had en hoopte op duidelijke foto’s om de verschillen tussen beide geslachten te kunnen aantonen.
Vrouwtje IJsvogel Warandeputten – Ruben Saey
Mannetje IJsvogel Warandeputten – Ruben Saey
Thuis vergeleek ik de 2 foto’s: één van elk geslacht in dezelfde pose op dezelfde plaats. Ik drukte ze af en de nam de lengte van de snavels en de rood/orange vlekken. Bij het vrouwtje bedraagt de vlek 2/3 van de lengte van de ondersnavel, wat klopt met de theorie die overal beschreven staat. Bij het mannetje is de grootte van de vlek 43% van de lengte van de ondersnavel. Dat is bijna de helft van de lengte! Op zich duidelijk kleiner dan bij het vrouwtje en ook iets donkerder van kleur. In het veld zou dit visueel moeilijk vast te stellen zijn om zo het geslacht te bepalen, zeker als ze niet samen te zien zijn. Zo hoorde ik al enkele malen de vraag: “Wanneer komt het mannetje?” Terwijl het net het mannetje was dat voor de lens zat.
Dit fenomeen is niet onbekend maar daar het niet vaak voorkomt is het moeilijk te onderzoeken. Ook op de site van de Nederlandse Soortenbank is te lezen dat dringend onderzoek naar dit verschijnsel nodig is. Misschien kan ik met deze observaties en foto’s een beetje meehelpen aan dit onderzoek en kan ik zo de bevoegde instanties nuttige informatie bezorgen, wat toch ook een beetje de bedoeling is als je lid bent van een vogelwerkgroep. Ik hoop dit nog verder te kunnen opvolgen en hoop vooral op een vruchtbaar en succesvol broedseizoen voor dit bijzondere koppeltje.
Ruben Saey
Een filmpje gemaakt door Ruben van een paring van deze vogeltjes kan je zien door HIER te klikken