Trektellen in Georgië: voor wie altijd al eens een wespendief wou zien…

Jan Baert

De geografie speelt vaak een belangrijke rol in de trekroutes die vogels volgen op hun tocht van noord naar zuid en vice versa. Vermits het vliegen over open water of gebergte het liefst vermeden wordt resulteert dit op sommige plaatsen in zogenaamde bottlenecks: plaatsen waar het reliëf een trechter vormt zodat vogels van over een breed front doorheen een nauw gebied geleid worden. Een van die bottlenecks bevindt zich aan de kust van de Zwarte Zee: Batumi, Georgië.  Hoewel deze plaats reeds lang bekend is, is de hoeveelheid vogels die er voorbijkomen lang onderschat geweest. Het is pas recent door het werk van enkele Vlaamse biologiestudenten dat het belang bekend is. Sinds 2008 worden hier meer dan 800.000 roofvogels tijdens de najaarstrek geteld!

Niet alleen de aantallen maar ook de variatie aan soorten zorgt er voor dat dit wellicht de beste plaats is in het West-Palearctisch gebied om roofvogels te bestuderen. Op 10 september 2011 vertrokken Robrecht Debbaut en ik voor 2 weken naar Batumi om er als vrijwilliger te tellen in het project. We gingen laat op het seizoen dus de piek van de Wespendieven was reeds voorbij (op de topdag worden hier zo’n 70.000 individuen gezien!) maar in plaats daarvan zouden we genoeg arenden hebben en maakten we goede kans de absolute doelsoort van de reis: Aziatische Wespendief. Niet dat deze in Azië zo moeilijk te zien is maar in de WP (=West-Palearctisch gebied) is het wel een grote zeldzaamheid.

De Reis

We vertrokken voor een 24h durende reis van Brugge tot Batumi.  Georgie ligt op amper 5h vliegen vanuit maar we kozen er wegens het goedkopere tarief voor om naar Tbilisi te vliegen met een tussenstop in Istanbul waar we 6h moesten wachten op aansluiting. Eenmaal in Tbilisi moesten we nog 400km afleggen naar de kust van de Zwarte Zee. Gelukkig is openbaar vervoer er geen probleem: naast trein en taxi kent Georgië ook een goed uitgebouwd systeem van kleine minibusjes – Marshrutka’s – die je voor een prikje doorheen het land brengen. Zo is de trip Tbilisi-Batumi slechts 40 Lari. Voor de niet-budgetgelimiteerde studenten onder ons die de komende jaren het project wensen te bezoeken: Batumi heeft een eigen luchthaven waarbij je op ca. 20km van het project aankomt.
Tbilisi
Tbilisi by night

De Marshrutka: de beste manier om van A naar B te raken
De Marshrutka: de beste/goedkoopste manier om van A naar B te reizen

Het trektellen

Zondag rond 13h kwamen we aan in Batumi waar we eerst  een parkje bezochten op zoek naar Turkse Boomklever. Na een twintigtal minuten zoeken kreeg ik deze kort in beeld waarbij de typische rode borstvlek direct opviel: de eerste lifer van de reis was binnen!

Rond 16h kwamen we dan eindelijk aan op de telpost in Saghalvasho waar we nog het laatste uur van de dag meetelden: 2 Dwergarenden, een adult vrouwtje Roodpootvalk, een Zwarte Ooievaar en een 50-tal Bijeneters  werden gezien. Naar Belgische normen super, maar dit zou slechts het topje van de ijsberg blijken…

Vermits in Batumi geteld wordt met twee telposten: een nabij het huis in Saghalvasho en één 3 km verder in de heuvels (Shuamta) werden de vrijwilligers dagelijks verdeeld over de twee telposten. De volgende dag zou ik de heuvels in gaan om in Shuamta te tellen.
immature Steppearend
Steppearend

Juveniele Schreeuwarend
Schreeuwarend

Lichte Fase Dwergarend
Dwergarend

Slangenarend
Slangenarend

Die eerste dag was een vrij rustige dag met drie Wielewalen, een zwarte ooievaar, twee aasgieren, drie Schreeuwarenden en zes Slangenarenden  als hoogtepunten. De wespendieven waren weliswaar over hun piek heen maar toch vlogen noch steeds meer dan 1400 exemplaren over de telpost evenals 1000 Zwarte Wouwen . Ook Bruine, Grauwe en Steppekiekendief en Dwergarenden werden waargenomen evenals Bijeneters die nagenoeg constant voorbij vlogen. Dit zou het patroon voor de rest van de week worden aangevuld met Bastaardarend, Steppearend, Kleine Torenvalk, Torenvalk,  Boomvalk, Havik, Sperwer, Balkansperwer  en Slechtvalk.  Op het einde van de week namen de aantallen arenden en Steppebuizerds gevoelig toe. Hun piek zou in de komende weken volgen en aantallen zouden nog verder toenemen.
Juveniele Steppekiekendief
Steppekiekendief

Juveniele Steppebuizerd
Steppebuizerd

Naast de trek van roofvogels is er altijd wat te zien op, naast of boven de telposten: Groene Fitis, Kleine Vliegenvanger, Bonte Vliegenvanger, Grauwe Vliegenvanger, Kaukasische Bergtjiftjaf, Ortolaan, Roodkeelpieper, Purperreiger, Scharrelaar, Raaf …

Scharrelaar
Scharrelaar

Groene Fitis
Groene Fitis

Op 14 september ontstaat er rond de middag beroering op telpost twee als een onbekende arend voorbijvliegt. Door het slechte licht wordt de vogel voorlopig als Aquila spec. bestempeld tot hij zich plots draait en in goed licht te zien is. Groot is de verbazing als de arend het patroon van een Wespendief toont. Onmiddellijk beginnen camera’s te ratelen want een arend die een wespendief blijkt te zijn is steeds een goede kanshebber voor een Aziatische Wespendief. Koortsachtig worden de foto’s bestudeerd: 6 vingers zijn een eerste kenmerk pro Aziaat dat opvalt maar verder bestuderen van het verenkleed toont een aantal vederpartijen die moeilijk aan een zuivere Aziatische wespendief toe te schrijven zijn: een hybride dus (wat op het grensgebied tussen beide soorten wel vaker voorkomt).

Zicht vanaf telpost 2

Zondag 18 september hadden we dan onze eerste vrije dag en deze besloten we in de voorhaven van Batumi en de Chorokhi –delta te spenderen. ’s Morgens vroeg was het in de voorhaven direct prijs: de eerste tapuit die we in het vroege ochtendlicht in beeld kregen was een Isabeltapuit ! Verder vonden we ondermeer een Snor, een paar Sperwergrasmussen, een aantal Armeense Meeuwen, Ortolanen, een adult mannetje Citroenkwikstaart en Grauwe Klauwieren.  Ik kreeg een vermoedelijke Krekelzanger in beeld kreeg die daarop prompt besloot om dieper de doornstruik in te duiken om zich vervolgens op de grond te drukken buiten mijn bereik: vogels kijken kan soms toch o zo frustrerend zijn. Na 2 uurtjes zoeken in de voorhaven begaven we ons met de bus naar de Chorokhi-dela.

Voor alle duidelijkheid: natuurgebieden zijn in Georgië alles behalve reservaten maar worden eerder als jachtputten gebruikt door lokale jagers waardoor je zowaar het gevoel hebt dat je vogels kijkt in oorlogsgebied, ’t is ook weer eens iets anders.
Steppekiekendief
Vleugel van afgeschoten Steppekiekendief

Sperwerjacht
Grauwe Klauwier als lokvogel voor de Sperwerjacht

Bij aankomst merkten we onmiddellijk een Draaihals en Grauwe Klauwier op en wat verder foerageerde een groep van een tiental Duinpiepers. In de struiken vonden we eveneens vrij snel een aantal Oostelijke Vale Spotvogels en een Kleine Spotvogel naast heel wat Zwartkoppen, Fitis, Tuinfluiter, Grasmus etc. In de delta zelf zaten grote aantallen Pontische- en  Geelpootmeeuw naast enkele Armeense meeuwen. De grote groepen sternen bestonden  die dag vooral bestonden uit Visdief en Grote Stern. Op de slikplaten vonden we Temmincks strandloper, Kleine Strandloper, Terekruiter en Citroenkwikstaart terug even als een Roodkeelpieper. Een overvliegende Vorkstaartplevier sloot de dag af.

Ortolaan
Ortolaan

Terekruiter
Terekruiter

Temmicks Strandloper
Temmincks Strandloper

Citroenkwikstaart
Citroenkwikstaart

Eenmaal terug op de telpost vernamen we wat we die dag allemaal gemist hadden: een Aziatische wespendief over telpost twee en de eerste keizerarend van het seizoen over telpost één. Slik, morgen toch maar een dagje extra tellen gedurende mijn tweede vrije dag!

Zoals verwacht kan worden na een dag vol zeldzaamheden was er de volgende dag niets te zien. Alsof het niet erger kon worden beleefde mijn GSM daarentegen een hoogdag: al snel verschenen de woorden “Bairds Tienen” op mijn scherm gevolgd door oproepen van mensen of ze met mij meekonden rijden naar Tienen.  Daar zit je dan op een van de beste plaatsen voor roofvogeltrek in de WP waar die dag gewoon niets voorbijvliegt. ’t Zal toch weer geen waar zijn …

‘Een nieuwe dag, een nieuwe kans’ was het motto op 20 september. Zo rustig als het gisteren was zo leuk en afwisselend was het vandaag: de arenden vlogen lekker met 438 Dwergarenden en 131 Schreeuwarenden en ook aan kiekendieven, wespendieven en zwarte wouwen geen gebrek. Rond half vier hoor ik opeens een Slangenarend gemeld worden in het oosten terwijl ik een stroom overhead sta te tellen. Net op dat moment zie ik een grote bleke vogel op me afkomen. Direct in de verrekijker leek het mij allesbehalve een Slangenarend te zijn, dan maar vlug de camera nemen om een paar bewijsfoto’s te nemen. In het vizier van mijn camera zie ik echter geen bandering die tot op de vleugelboeg loopt dus ik neem aan dat ik mij wel vergist zal hebben en het wel een Slangenarend zal zijn. Vermits ik geen tijd heb om de vogel langer te bekijken (honderden vogels vliegen op dat moment over die moeten geteld worden) maak ik een paar bewijsplaatjes en roep de vogel veiligheidshalve nog eens door als Slangenarend met het idee dat iemand anders er ook nog wel eens naar zal kijken. Na 10 minuten tellen eindelijk een vrij moment gevonden om eens die bewijsplaatjes te gaan bekijken. De eerste foto bevestigt ogenblikkelijk wat ik 10 minuten voordien doorheen mijn verrekijker vermoedde: 6 vingers, een staart als een mannelijke wespendief, geen polsvlekken en een witte, afgelijnde keel. Kortom: adult vrouwtje AZIATISCHE WESPENDIEF!!!

Aziatische Wespendief
Aziatische Wespendief

De laatste teldag (21 september) was opnieuw een voltreffer, in het bijzonder voor de arenden: al vroeg ontstonden er belletjes van tientallen Steppebuizerds en zoals altijd zweeft daar nu en dan eens een Aquila in. Maar dit belletje was anders. Wat begon als 1 Schreeuwarend werd binnen de paar minuten een belletje van 15 schreeuwarenden zodat je moeiteloos 4 arenden in één telescoopbeeld kon krijgen. Wat een gevoel, onvoorstelbaar! Die dag zouden we er 166 zien.

Donderdag 22 september was onze laatste vrij dag voor de terugreis en we besloten opnieuw naar de Chorokhi-delta te trekken om nog wat soorten die we de vorige keer gemist hadden te zien: met succes. Al vrij snel vonden we Yelkouan-pijlstormvogels op zee en in de Delta zagen we Breedbekstrandloper, Lachstern en Reuzenstern. Voorts zat er een Baltische mantelmeeuw op het stort. Kortteenleeuwerik werd enkel gehoord en Steppevorkstaartplevier en Witvleugelstern werden jammer genoeg niet teruggevonden.

Reuzenstern
Reuzenstern

Baltische Mantelmeeuw
Baltische Mantelmeeuw

Vrijdag 23 september vertrokken we na twee weken met spijt in het hart naar huis. Het is een ongelooflijke ervaring en crashcursus roofvogels identificeren geweest. Zeker weten dat ik hier de komende jaren nog eens kom tellen!

Voor wie zelf wil gaan tellen en nog veel meer

Batoumi Rapor Count telt jaarlijks met de hulp van vrijwilligers. Alle informatie over hoe in te schrijven vind je op de website www.batumiraptorcount.org .

Wil je van deze uitzonderlijke trek genieten zonder de verplichtingen van een teller? Vanaf dit jaar werkt het project ook aan de uitbouw van faciliteiten voor eco-touristen.

Daarnaast is Georgië meer dan de trekroute aan de Zwarte Zee: ook het binnenland met de steppes en Kaukasus zijn top bestemmingen voor iedereen die van vogels houdt. Helaas hadden wij hier dit jaar de tijd niet voor.

Volg alles ook online op www.trektellen.nl!

Huis Gastgezin