Woensdag 24 juni 2015 daagden iets voor 19u30 niet minder dan 20 sympathisanten van Mergus op om deel te nemen aan de vierde woensdagavondexcursie die startte aan “De Grote Zaagbek”, het bezoekerscentrum van “De Vrienden van de Hoge Dijken”. De bedoeling was Roksem Put – zoals deze plas in de volksmond genoemd wordt – rond te wandelen en te genieten van al het moois wat de natuur ons te bieden heeft.
Het was Steven D. – bijgestaan door Dirk P. en Pierre T. – die de groep op sleeptouw nam en ons eerst naar een plaats bracht waar we een goed zicht kregen op deze achtvormige plas. Deze was ontstaan door zandwinning, wist hij te vertellen, zand dat nodig was voor het aanleggen van de E40 van Brugge naar Veurne. Later werd de plas volledig afgesloten en ontwikkelde zich een mooie natuur. Bloso wou er een watersportcentrum van maken maar het waren de groene jongens van het eerste uur die hun slag thuis haalden: in 1986 werd beslist het domein uit te bouwen tot een natuureducatief gebied met mogelijkheid tot zachte recreatie: vissen, wandelen en natuurbeleving.
De inrichting van het domein liet nog enkele jaren op zich wachten en op 5 februari 1992 werd het officieel opengesteld. Een jaar later werd dan de vzw “Vrienden van de Hoge Dijken” opgericht met als doel de coördinatie en organisatie van natuureducatie in en rond het domein.
Tijdens deze uitleg speurden we natuurlijk het wateroppervlakte af. We zagen kuifeend, wilde eend, fuut, één tafeleend, meerkoet en dichtbij een kleine karekiet.
We kwamen op onze stappen terug om door het aangeplande bosje zomereiken onze 4km lange wandeling te beginnen. De eerste kijkwand met bijgelegen –hut lieten we links liggen. Het zicht van daaruit was bijna identiek als van op de plek waar we eerst stonden. Iets verder, rechts van het wandelpad, kwamen we in een ruig gebiedje dat best interessant bleek voor bloemen, vlinders, mossen en … we hoorden er zeer duidelijk een braamsluiper zingen. We speurden nog de struiken af maar het vogeltje bleef onzichtbaar.
Toen we de volgende vogelkijkhut naderden werden we door onze gids verwittigd: schrik niet, de hut is in slechte staat door vandalisme. Wat we zagen was erg, zeer erg. Vandalen hadden de hut bijna afgebroken tot op de grond. Alle ramen waren met een stomp voorwerp verbrijzeld, de grond was bezaaid met stukken glas. Planken waren kapot geslagen, van het oorspronkelijk dak schoot niets meer over. Vandaag nog hadden de diensten van ANB nog vlug met platen een nieuw dak gelegd. Op de plas was het eerder rustig en we verlieten al vlug deze ongure plek.
We wandelden verder langsheen de schapenweide en stonden stil bij een lork die het geluk had daar te mogen blijven staan dank zij de rode bosmieren die de naalden van die boom nodig hadden om hun nest te bouwen.
In de volgende kijkhut probeerden we een zicht te krijgen op de wand waar de oeverzwaluwen zouden nestelen maar de begroeiing hinderde ons zicht. We moesten wachten tot in de volgende hut om die kleine vogeltjes en de gaten van hun nesten te zien. Een voorbijvliegende ijsvogel werd door enkelen op de eerste rij opgemerkt, terwijl anderen een prachtige geoorde fuut konden bekijken door de telescoop (dank Michele).
Op grondgebied van de gemeente Jabbeke zochten we naar de grote bonte specht, luisterden we of we de zomertortel niet hoorden, en stelden we ons tevreden met een groenling op een elektriciteitsdraad en de zang van de bosrietzanger.
In de grote vogelkijkhut kregen we links een goed zicht op de wand. We zagen dat het zand her en der afgeschoven was, wellicht door het werk van een vos, en dat er dus verscheidene nesten vermoedelijk ingestort waren. Toch merkten we dat bepaalde gaten nog steeds bewoond waren, enkele oeverzwaluwen vlogen in en uit. Pierre T. wist ons te vertellen dat hij 2 weken geleden nog 70 gaten telde! Dicht bij het water zat een koppel knobbelzwanen met vier jongen. Plots zag iemand een vos dichtbij de hut. Alleman naar rechts in de hut, maar Reintje liet zich niet meer zien.
Op de terugweg naar het startpunt kwamen we nog langs een half vervallen torenvalkkast waar 16 of 17 jaar lang telkenjare kauwen gebroed hadden maar waar nu een koppel torenvalken vier jongen groot brachten! Dit ondanks het feit dat de kast slecht gericht staat. Of een nieuwe kast die geplaatst zal worden ook zo gericht moet worden is nog in onderzoek …
In naam van Mergus bedankte Machteld Steven voor zijn uitstekende gidsbeurt. De aanwezigen bevestigden dit met een spontaan applaus en de “Vrienden van de Hoge Dijken” nodigden iedereen uit om nog een bezoek te brengen aan de fototentoonstelling in het bezoekerscentrum. Zowel over de mooie foto’s als over de aangename wandeling werd nog een tijdje nagekaart …
Verslag: Marc
Foto’s: Pierre en Marc