Stip om 8 uur vertrok onze “dubbeldekker” met 52 enthousiaste leden richting Antwerpen. Tijdens de reis gaf Dominique Verbelen een uitgebreide toelichting op de natuurontwikkeling op linkeroever. Het havengebied omvat ca. 12.000 ha, waarvan de linkeroever nog in volle ontwikkeling is. In ’t verleden waren de industrie en de natuurverenigingen geen al te beste vrienden met als gevolg talrijke conflicten zodat de industriële ontwikkeling niet volgens plan kon verlopen. Uiteindelijk beseften beide partijen dat een goede samenwerking en verstandhouding de beste oplossing was. Zo ontstond het project “Antwerpse haven natuurlijker”. De actuele en potentiële natuurwaarden werden in kaart gebracht en er werden permanente en tijdelijke compensatiegebieden ingekleurd.
Onze eerste halte was “Het Groot Rietveld”, gelegen op de grens van Groot-Beveren en Zwijndrecht. Dit gebied van ca. 88 ha, vroeger de Melselepolder, werd eerst omsloten door dijken en in 1991 opgespoten met zand in kader van de havenuitbreiding. Bij gebrek aan zand werden de opspuitingen gestopt en kon het gebied zich op slechts 15 jaren ontwikkelen van een zandvlakte tot een waar moerasparadijs. Het beslaat 50 ha rietveld, 13 ha plassen en 25 ha ruigtes en struwelen.
Door zijn grote natuurwaarde werd “Het Groot Rietveld” een permanent compensatiegebied voor de natuurgebieden, die door de havenuitbreiding verloren gingen, het zgn. historisch passief. Het gebied is een broedbiotoop voor talrijke riet- en watervogels zoals de Woudaap, Porceleinhoen, Snor, Roerdomp, Krakeend, Tafeleend, Geoorde Fuut, Dodaars, ed. Doordat het gebied werd opgespoten met kalkrijk zand uit de Schelde en de Noordzee vindt men hier één van de grootste groeiplaatsen van Moeraswespenorchis. Eveneens is de zeldzame Rugstreeppad hier talrijk aanwezig.
Onder een stralende zon verdeelden we ons in 2 groepen. De eerste groep zag ondermeer 2 Grote en 8 Kleine Zilverreigers, 9 Lepelaars, 1 Sperwer, 1 Buizerd, 1 mannetje Bruine kiekendief, 1 Slechtvalk, 1 Bonte en 1 Temmincks strandloper, 1 Zwarte ruiter en 8 Watersnippen. Op de plassen werden 1 Tafeleend, 2 Zomertalingen, veel Wintertalingen, Wilde eenden , Krakeenden, ca. 60 Dodaars, 2 Futen en 1 Waterral waargenomen. Eén Groene specht, 2 Rietgorzen , 1 Cetti’s zanger, 2 Tapuit en 8 Putters vervolledigen de lijst.
De tweede groep zag of hoorde eveneens 15 Baardmannetjes, 6 Cetti’s zangers, Tjiftjaf, Kleine karekiet, 1 Kemphaan, 3 Groenpootruiters, 3 Witgatjes, 1 Zwarte ruiter, 2 Watersnippen, 1 vrouwtje Bruine Kiekendief, 1 Kleine Zilverreiger en 2 Waterrallen. De botanici noteerden ook Zomerbitterling en Echt duizendguldenkruid.
Onder “Den duiventoren” naast het kasteel van Bazel werden we uitgebreid gesoigneerd door Manuela met stoverij met frites en als toetje een “witte-dame-ijs” , helaas zonder slagroom. Dit werd ruimschoots gecompenseerd door de lekkere witte en rode wijn, die overvloedig werd bedeeld en een lekkere koffie.
Na de middag bezochten we de “Bazelse en Kruibeekse Polder”. Ter hoogte van Kruibeke mondt de Rupel uit in de Schelde. In 1953 en in 1976 waren hier enorme overstromingen. Om deze te voorkomen werd het Sigma-plan opgesteld. De dijken werden verhoogd en er werden gecontroleerde overstromingsgebieden aangelegd. Bij het samenvallen van storm- en springtij stroomt het water deze gebieden binnen. Dit grootste gecontroleerde overstromingsgebied – ca. 600 ha – van Vlaanderen bevat ondermeer 300 ha slikken en schorren en 150 ha weidevogelgebied. Tevens werd dit gebied ingericht als recreatiefzone voor wandelaars, fietsers en uiteraard “birdwatchers”.
Terug vlogen hier heel wat soorten door onze verrekijkers en telescopen o.a. 23 Nijl- en 30 Canadaganzen, 2 Boom- en 2 Torenvalken, 2 Buizerden en 1 Sperwer, 4 Roodborsttapuit en 1 zangpost van een Cetti’s zanger, 1 Lepelaar en 2 Kleine Zilverreigers. Uiteraard zaten er op de slikken heel wat steltlopers zoals 1 Kanoet, 2 Watersnip, 1 Kemphaan, 1 Bos- en 1 Groenpootruiter.
Om de lijst te vervolledigen hadden we nog 1 late Gierzwaluw, 1 IJsvogel en 1 Groene Specht.
Op het einde van deze prachtige dag verdween de zon en kregen we “regen” over onze kap. Tijdens de terugreis gaf Voorzitter Frank nog een korte toelichting van de komende activiteiten en projecten. Het zal terug voor velen een drukke periode worden. Ik zal dit verslag besluiten met de wijze woorden van Ovidius: het genieten begint bij het aanwezig zijn!
Verslag Jan S.
Foto’s Sabine F, Marc DC en Marc N.