Slaapplaatsen van wulpen aan Oost- en Middenkust 20 januari 2018

Machteld Kaesemans

 

Naar jaarlijkse gewoonte werd eind januari een gecoördineerde telling gehouden van de aantallen wulpen op hun winterse slaapplaatsen. Eveneens naar jaarlijkse gewoonte waren ook de wulpenopwulpenslaapplaatsentellers op het appel, weer of geen weer, wulpen of geen wulpen. Op Vlaams niveau wordt deze telling door lokale vogelaars uitgevoerd op vraag van het Instituut voor Natuur en Bos (INBO, coördinator Koen Devos). In onze hoek van het land gebeurt dat al de hele 21e eeuw door medewerkers van Mergus en van de Vogelwerkgroep Middenkust. Voor de tellers en hun sympathisanten presenteren wij hier graag een eigen overzicht.

De winter 2017-2018, in de aanloop naar de telling, zag eruit als volgt. December was een normale maand wat temperatuur, aantal sneeuwdagen, luchtdruk en windsnelheid betreft. Het heeft lichtjes gevroren rond 3, 9 en 17 december en er viel veel sneeuw die snel weer wegsmolt op 10 en 11 december. De maand kende wel zeer veel neerslagdagen, 26 van de 31 en veel onweersdagen ook. Dat kan slechter, een record is het niet. Het was ook een zeer sombere maand, met de minste uren zonneschijn sinds de waarnemingen: 10u29m (in Ukkel gemeten, aan de kust zal het wat meer zijn geweest). Het vorige record dateert van 1993 en werd verpulverd, toen was het nog 16u17m.

Januari was dan weer zeer winderig. Op 3 januari 2018 was er een combinatie van springtij en een zware storm op de Noordzee (10 Beaufort). Twee dagen voor de telling, op donderdag 18 januari, was er opnieuw een storm en ander ontij, zoals hagelbuien.

De datum van de telling regende het bijna de gehele dag, maar niet of het was een beetje miezeren tijdens de eigenlijke telling. Het was ook eerder koud. De zwaar betrokken hemel zorgde ook voor een snelle inval van de duisternis. Rond 17u30 werden de meeste tellingen beëindigd.

 

Voorhaven Zeebrugge en Baai van Heist

Vaste medewerker Marc De Ceuninck had postgevat in de voorhaven tussen 16u45 en 17u30. Hij telde er uiteindelijk 162 wulpen. Dat waren er behoorlijk wat minder dan vorig jaar, Toen er tot een totaal van 825 wulpen werd besloten!

De Baai van Heist werd dit jaar niet gecontroleerd, omdat de ervaring in vorige jaren was dat dit gebied fungeert als een voorverzamelplaats voor de Voorhaven.

 

Kleiputten van Heist

Door de Baai van Heist over te slaan, kon Jean-Pierre Verduystert gaan controleren in de kleiputten van Heist. Dit gebied bleek geen slaapplaats te herbergen, leverde hooguit 1 overvliegende wulp op.

Ook dat is natuurlijk een zinvolle waarneming, weten dat er geen vogels komen slapen. Niet gaan kijken is niet weten.

 

Achterhaven Zeebrugge

Jan Swimberghe, Katrien Vanhouteghem en Guido Rappé hebben de achterhaven geteld. Bij aankomst in het gebied gingen een 80-tal wulpen op de vleugels, zuidwaarts. Tenslotte landden ze en werd de groep op de grond op minstens een 120 geschat. Een verspreide groep wulpen van 32 zat tussen de kieviten, enige kemphanen, smienten, wintertalingen, pijlstaarten en enkele bergeenden in het centrale gedeelte van de weiden Hoge Noen.

Toen de zuidelijke groep weer grotendeels opgevlogen was en na landing tot rust gekomen, werd opnieuw geteld, nu met een beter overzicht van het reliefrijk gebied. Samen met 2 nog late invallers, klokten we af op 209. We waren aanwezig van 16u40 tot 17u40.

 

Zwin

De traditionele tellers in het Zwin zijn Kurt Vandamme, Patrick Janssens en Hendrik Borglevens. Kurt telde aan de zeewaartse kant en was er aanwezig van 16u tot 17u40. Hij trof er 76 wulpen reeds ter plaatse aan de rand van de zwinmonding. Daarna vlogen nog 60 wulpen in. Voor de sfeer van de mooie avond zorgden verder nog een jagende velduil en een adulte blauwe kiekendief. Vanuit de Kleyne Vlakte zag Patrick slechts 5 Wulpen over de dijk in zijn richting overvliegen, richting zwingeul. Op het moment van de telling was het wel vloed, misschien voor de Wulpen niet zo ideaal. Hendrik had overzicht over het gebied tussen de zwindijk en de duinen vooraan. Hij noteerde slechts 16 wulpen. Dat brengt het totaal voor het Zwin op 157 wulpen.

 

Uitkerkse Polder

In Uitkerke werd, ondanks het regenachtig weer, toch een goede telling gehouden. Geert was de dag ervoor,  met beter weer al een verkennende ronde gedaan, zodat hij wist waar te zoeken op de officiële teldatum. Hij stelde wel niet echt een slaapplaatstrek vast. De meeste wulpen zaten al in de nabije omgeving te foerageren. Hij heeft er geen invallende groepen van buitenaf zien toekomen. Een grote slaapplaats bevond zich in de reigersweiden aan plasjes, met 455 exemplaren en net ernaast nog eens 650 stuks. Een kleine groep van 98 zat om 16u25 en om 17u25 nog altijd in de velduilweiden. Alles samen was Uitkerke goed voor 1203 vogels. Het gebied bevestigt daarmee weer zijn status van aantrekkelijkste wulpengebied. Dat er nagenoeg geen slaaptrek is van buiten het gebied, wijt Geert aan de zachte temperaturen en het overal zeer nat zijn van de weiden.

 

Damme en omgeving

Moniek Knuysen, Heidi en Rudy Deplae waren ook op pad voor de telling. Op alle telposten  zijn zij gestart van 16 uur tot 17u30. Dan was het al donker. De slaapplaats voor de kijkhut van de Stadswallen van Damme was voor rekening van Moniek en Heidi: die leverde 320 wulpen op. Rudy Deplae ging controleren in Mikhem. De wulpen waren er moeilijk te tellen, maar hij concludeerde een totaal van 110 vogels.

 

Kleiputten Oostkerke

De traditionele slaapplaats in de kleiputten te Oostkerke-Hoeke in de Eibroekvaartweiden, tussen Sabtsweg en Hoekestraat, werd geteld door Robrecht Pillen. Hij vond er in totaal 430 ex.

 

Lage Moeren Meetkerke

Langs de Oosternieuwweg is er sommige jaren een kleine slaapplaats, reden genoeg om er iemand langs te sturen als we tellers genoeg hadden. Wim Jans ging controleren en vond op de slaapplaats in de Lage Moeren 98 wulpen. De vogels slapen aan de plassen die tussen de Katte en de brug van Nieuwwege liggen.

 

Bourgognemeersen Eernegem-Westkerke

Het mooie landelijke gebied Bourgognemeersen, reservaat van Natuurpunt, in de gemeenten Oudenburg en Ichtegem heeft de laatste jaren serieuze klappen gekregen door de bouw van enorme landbouwinfrastructuur. Bekijk de noordkant van Eernegem op Google Maps en u begrijpt wat hier bedoeld wordt. Kwatongen beweren dat dit een ongeoorloofde aanslag is met zware steun van de lokale politiek. Als deze bewering klopt, klopt de vorige zin niet: dan zijn het geen kwatongen, maar getuigen voor de waarheidscommissie.

Het gaat om serres voor de kweek van tomaten. Om de groei te stimuleren worden de planten ook ’s nachts belicht. De serres stralen zoveel licht uit, dat het lijkt alsof het elke nacht volle maan is, zei een van de buurtbewoners.  Desalniettemin kwamen er in de omgeving 362 wulpen slapen, in bed gestopt door de vier tellers Dirk Anseeuw, Leopold Dewulf, Erik Vaneygen en Koen Maertens.

 

Pompje Oudenburg

Dirk Vanhoecke van partnervereniging Vogelwerkgroep Middenkust is de traditionele teller van het Pompje. Centraal in het gebied leverde de telling tussen 16u50 en 17u30 418 wulpen op. Dit is een mooi wintermaximum voor dit gebied.

 

Sluiskreek/Zoutekreek Zandvoorde

Serge Allein, trouwe teller van het eerste uur, moest zich laten vervangen door Tim Goethals. Hij telde nog dit gebiedje van de Vogelwerkgroep Middenkust dat mee opgenomen wordt in ons jaarlijks overzicht: daar kwamen 203 wulpen samen.

 

Conclusie

We telden in het totaal 3672 wulpen op 11 slaapplaatsen in de wijde regio (Oostkust t.e.m. omgeving Zoutekreek, met dank aan Vogelwerkgroep Middenkust).

Ten opzichte van vorige jaar springen toch enkele  cijfers in het oog. De Voorhaven en de Achterhaven van Zeebrugge boeten sterk in aan belang: toen 40% van het totaal, nu 10-11%. Dit ligt echter aan het uitzonderlijk hoge aantal daar in 2017. Want kijken wij naar een van de traditionele sterkhouders, de polders van Uitkerke, dan zien we dat dit gebied ruim een derde van het totaal herbergt, het dubbele van vorig jaar. Dat lag dan weer aan het lage aantal daar in 2017. Het Zwin was toen zo belangrijk als Uitkerke, dit jaar is dat maar 4,5%, een normaal tot laag aantal. Voorhaven en Zwin zijn gebieden onder getijdeninvloed en het was hoogwater tijdens de telling. Zou dit een verklaring kunnen zijn voor de lagere getallen daar?

Damme lag er vorig jaar bevroren bij, zodat alleen Oostkerke nauwelijks een 7% opleverde. Dit jaar is deze omgeving weer prominent aanwezig in de cijfers, met Mikhem erbij bijna een kwart van het totaal.

De Bourgogneweiden in Eernegem-Westkerke scoren eerder laag. Het Pompje in Oudenburg deed normaal tot goed.

Dit totaal van ca3700 is een normaal getal voor onze hoek van het land. Vorig jaar telden we een kleine 4000 wulpen. Het record tijdens deze midwinter officiële telling ligt op 6205, genoteerd in 2011.

In volgorde van belangrijkheid zijn de slaapplaatsen dit jaar: de Uitkerkse Polders met 1206 exx., gevolgd door de Kleiputten van Oostkerke met 430 exx. en het Pompje te Oudenburg met 418 exx. Deze drie van de elf gebieden zijn samen verantwoordelijk voor 59% van het totaal. Close but no cigar, zijn de Bourgognemeersen in Eernegem en de Stadswallen van Damme met resp. 362 en 320 wulpen.  Vijf van de elf gebieden dekken zo 79% van het totaal. We kunnen nooit uitsluiten dat er kleine concentraties in minder gekende gebieden over het  hoofd gezien worden, zeker in een nattere winter zoals we dit jaar kennen.

In het algemeen hadden verschillende tellers dit jaar de ervaring dat er maar weinig echte slaaptrek te noteren viel. Betekent dit dat de vogels foerageren waar ze slapen of slapen waar ze foerageren? Vermoedelijk het eerste, gezien de slaapplaatsen over de jaren geen toch een grote mate van standvastigheid vertonen en er vroeger wel, bij wijle indrukwekkende slaaptrek te zien was.

Het blijft boeiend om te zien hoe het beeld elk jaar weer iets verschilt van de ervaringen van voorheen. Factoren te over die hierin een rol spelen: het voorafgaande weer (bij ons en onze koudere buurlanden), het voortschrijdend klimaat (in casu opwarming bij ons), de staat van de bodem van voedselgebieden, de geschiktheid van slaapplaatsen, de vos, de grilligheid van een wulpse vogel…

Ter vergelijking nog eens de aantallen van de vorige jaren: 3528 ex op 31/01/2009, 3184 ex op 30/01/2010, 6205 op 29/01/2011, 3975 op 28/01/2012, 4794 op 25/01/2014, 3050 op 24/01/2015, 3646 op 23/01/2016, 3982 op 21/01/2017. (Opmerking: in 2013 waren de weersomstandigheden extreem anders: in het pas de dag van de telling voorzichtig dooiend witte sneeuw- en vorstlandschap van toen, kende de wulpenaanwezigheid (en de telprecisie?) een absoluut dieptepunt van een geschatte 1100 ex.)

Dit was blijkbaar ook een jubileumtelling: we doen dit 10 jaar. Dat levert een gemiddeld totaal op van 3714. Al bij al toont de huidige wintertelling dus een normaal aantal, dichter bij het gemiddelde dan ooit.

De winnaar van de wulpse award dit jaar iezzzzzz (roffel, roffel…) Geert De Clercq. Ook een oprecht woord van dank aan alle andere tellers: Marc De Ceuninck, Jean-Pierre Verduystert, Jan Swimberghe, Katrien Vanhouteghem, Guido Rappé, Kurt Vandamme, Hendrik Borglevens, Patrick Janssens, Moniek Knuysen, Heidi x, Rudy Deplae, Robrecht Pillen, Wim Jans, Koen Maertens, Dirk Anseeuw, Leopold Dewulf, Erik Vaneygen, Dirk Vanhoecke, Tim Goethals en mogelijk nog vergezellende tellers die ik niet bij name ken. Een heuglijke evolutie is de aanwezigheid van meer dames. Dit ligt natuurlijk aan de krachtige promotiecampagne die zijn vruchten begint af te werpen. Of hebt u de spot op radio en tv niet gehoord of gezien? Puur afgekeken van een oud consumentenprogramma. Een knappe coördinator met een zwoele stem en een lange vinger krom naar beneden gebogen, kijkt recht in de camera en zegt: “Dames, ik ben een wulpse teller, u toch ook?” #MeToo, zongen zij in koor, maar het mag nog wat massaler volgend jaar.

Tip voor volgend jaar: zeker de spot herhalen en ten behoeve van het verslag en een beter begrip van elke situatie ter plaatse worden, naast de telresultaten, ook kleine commentaren per gebied zeer gewaardeerd, naast een volledige lijst van de aanwezige mensen. Ere wie ere toekomt.

Dank nogmaals voor jullie medewerking.

 

Ten slotte nog eens een overzichtstabel van de deelgebieden van dit en de drie vorige jaren ter vergelijking.

Wulpenslaapplaatstelling 2015 2016 2017 2018
Uitkerke 743 1297 634 1203
Kleiput Oostkerke 362 510 274 430
Pompje Oudenburg 287 319 533 418
Meersen Bourgogne Eernegem 672 503 241 362
Stadswallen Damme 247 183 0 320
Achterhaven Zeebrugge 309 300 781 209
Sluiskreek Zandvoorde 152 174 72 203
Voorhaven Zeebrugge 0 72 825 162
Zwin 251 147 617 157
Mikhem Damme   141 ? 110
Lage Moeren Meetkerke 27 0 0 98
Kleiputten van Heist       0
Baai van Heist     5 ?
Romboutswerve Damme   (50?) 0 ?
Totaal 3050 3646 3982 3672

 

Guido Rappé