SLAAPPLAATSEN VAN WULPEN AAN DE OOST- EN MIDDENKUST 22/01/2022 – GUIDO RAPPÉ

Marc Nollet

Deze jaarlijkse gewoonte om eind januari een telling te houden van de aantallen wulpen op hun winterse slaapplaatsen, wordt op Vlaams niveau gecoördineerd door het Instituut voor Natuur en Bos (INBO, coördinator Koen Devos). Dit Vlaamse luik kadert in een internationale context; oin het buitenland wordt op deze afgesproken zaterdagavond of zo dicht mogelijk bij die datum hetzelfde gedaan. Zo komt men tot een idee van de populatiegrootte van de wulp, een veel handigere en snellere manier dan inventariseren in de broedgebieden met vaak lage dichtheden over enorme oppervlakten. Die populatieschattingen zijn nodig om wel en wee van vogels te kunnen volgen. Doen ze het goed of zitten ze in een neerwaartse spiraal. De wulpen zijn notoire voorbeelden van dit laatste, met in ons leven de verdwijning van de eskimowulp en de dunbekwulp. Tellen dus, meten is weten.

 

Wulpen in ons land in de winter zijn werkelijk ‘watervogels’. Ze zijn grotendeels beperkt tot de polders (kust, inclusief buitendijkse gebieden, en Krekengebied Oost-Vlaanderen), met lagere aantallen in het Gentse (Leiemeersen, Kanaalzone) en het Antwerpse havengebied en Benedenschelde. In onze uithoek van het land bundelen medewerkers van de vogelwerkgroepen Mergus en Middenkust de krachten om deze grootste onzer steltlopers te inventariseren in hun nachtvertrekken.

Voor de tellers en hun sympathisanten presenteren wij hier graag een eigen streekoverzicht.

 

Klimaat van de voorafgaande wintermaanden

[LET OP Vanaf 1 januari 2021 (vorig verslag) schuift de referentieperiode van 30 jaar die het KMI hanteert om te bepalen wat ‘normale’ weersomstandigheden zijn, met 10 jaar op. We verwijzen dus niet langer naar 1981-2010, maar naar 1991-2020. Wat absolute waarden betreft, verandert er dus niets als u december en januari wilt vergelijken, wel de gemiddelden en extremen waar naar verwezen wordt. Gelieve hier bij lectuur van de oude verslagen rekening mee te houden.]

 

De winter 2021-2022, in de aanloop naar de telling, zag eruit als volgt. (Opmerking: de maandoverzichten zijn gebaseerd op de waarnemingen in Ukkel, in het midden van het land. Dat hoeft niet volledig te corresponderen met de weerssituatie aan de kust, die gemiddeld minder extreem is.)

 

December 2021 startte met een koudere periode. De tweede decade was opnieuw wat warmer, gevolgd door enkele zeer koude dagen. Vanaf de 23ste werd het weer warmer en de laatste dagen van de maand lagen de temperaturen ver boven hun respectievelijke normalen.

De gemiddelde temperatuur in Ukkel lag uiteindelijk meer dan 1°C boven de normale waarde: 5,6°C (normaal: 4,3°C), schommelend tussen de extreme waarden van -4,2°C (22 december) en 14,2°C (30 december).

De 30ste werd het trouwens nooit kouder dan 12,8°C, waarmee die dag de hoogste minimumtemperatuur liet optekenen sinds het begin van de waarnemingen in 1892. December telde in Ukkel slechts 5 vorstdagen (d.w.z. met een minimumtemperatuur onder 0°C) tegenover normaal 9,3 dagen.

Wat neerslag betreft begon de maand met een zeer natte eerste decade, de tweede natste eerste decade van de laatste 30 jaar. In totaal viel er in Ukkel de afgelopen maand 97,6 mm neerslag (normaal: 87,4 mm). Het grootste dagtotaal viel in de meeste plaatsen van het land op de 10de. Knokke-Heist verslikte zich die dag bijna in een hoeveelheid van 47,0 mm. Er waren ook meer neerslagdagen (22 dagen, normaal 19 dagen). Sneeuwval was in Vlaanderen van geen betekenis.

December was een sombere maand (slechts een kleine 30u zonneschijn tegenover normaal 48u 35min), met weinig wind (erg lage windsnelheid slechts 3,5 m/s (normaal 4,0 m/s).

 

Het nieuwe jaar begon straf, met direct de warmste dag van de maand januari op nieuwjaarsdag. Vanaf de 5e begon er een koude periode van een 12-tal dagen. De teldag, 22 januari, luidde dan weer een warmere periode in.

Januari 2022 was warmer dan normaal door de gemiddelde temperatuur van 4,3°C (normaal 3,7°), met (steeds in Ukkel) een minimum- van -1,8°C en een maximumtemperatuur 14,3°C.  De maand kende een normaal aantal vorstdagen (8, normaal 9), met 1 winterse dag (8 januari). Het was een normale tot eerder droge maand wat neerslag betreft. Sneeuw heeft geen rol van betekenis gespeeld, behalve in de Hoge Venen (slechts 5 sneeuwloze dagen).

De luchtdruk was hoger dan normaal, 1025mm (t.o.v. gemiddeld 1017mm), wat januari 2022 bij de hoogste drie van de laatste 30 jaar rangschikt. Er  waren in januari 4 onweersdagen (normaal 3,6 dagen).

Het was minder winderig dan normaal (3,1 m/s, normaal 4,1 m/s), de richting normaal (ZW), geen noemenswaardige stormen. Het aantal uren zonneschijn lag onder het gemiddelde (50u uur t.o.v. gem. 59u).

 

De tellingen gebeurden grosso modo tussen 16.00  en 17.45 uur.

 

Voorhaven Zeebrugge en Baai van Heist

Vaste medewerker Marc De Ceuninck  telde in de voorhaven 72 wulpen die er kwamen slapen. Een dergelijk aantal is ook overdag wel te tellen, waar de wulpen foerageren op de oppervlakken slik van het Sterneneiland, soms ook op het strand en tussen steenstort. Vraag is of er effectief nog veel wulpen bijkomen om er te overnachten. Volgens Marc waren dat er die dag hoogstens een tiental.

 

De Baai van Heist werd net als vorig jaar niet gecontroleerd, omdat de ervaring in vorige jaren geleerd heeft dat dit gebied fungeert als foerageerplaats bij laagwater of eventueel voorverzamelplaats voor de Voorhaven.

 

Kleiputten van Heist

Jean-Pierre Verduystert moest dit jaar verstek laten gaan voor de Kleiputten van Heist en een vervanger werd niet direct gevonden. Geen gegevens dus van deze – ook in andere jaren – onduidelijke slaapplaats.

 

Achterhaven Zeebrugge

Jan Swimberghe en Frank Descheemaeker hebben de Achterhaven geteld. Op de traditionele slaapplaats, de weiden van Hoge Noen, kwamen 134 wulpen slapen.

 

Zwin (en omgeving)

In het Zwin waren drie tellers actief, Kurt Van Damme, Patrick Janssens en Nathalie Resteau. Alle tellers stonden op verschillende plaatsen in het gebied om een zo goed mogelijk overzicht te verkrijgen. De wulpen zitten er verspreid, maar de hoogste aantallen konden genoteerd worden op de nieuwe broedeilanden van het uitbreidingsgebied, met respectievelijk 213 en 17 exx.

Het totaal in het Zwin was die avond goed voor 261 ex.

 

Uitkerkse Polders

Dirk Content liet weten dat de wulpen geteld werden op de bekende slaapplaats aan Scharebrug. Ze telden slechts 430 exemplaren. Dat is het  minste aantal tot nu toe. Dirk voegde er nog aan toe dat ze de week ervoor, tijdens de watervogeltelling 700 vogels meer hadden geteld, 1130 in totaal. “We vermoeden dat we een slaapplaats missen of niet kennen. In de voorbije seizoenen waren het aantal slapende wulpen en het aantal wulpen dat we telden tijden de watervogeltelling ongeveer gelijk.” Het aantal tijdens de watervogeltelling ligt zelfs meestal lager, vergeleken met de slaapplaatstelling.

 

Bunkerweiden tussen Klemskerke en Vlissegem

Dit is een van de jongste slaapplaatsen die in het verslag is opgenomen, pas voor de vierde keer. Bruno Beyen is de weiden tussen Klemskerke en Vlissegem gaan controleren. Hij meldt dat er op de avond van de telling 82 Wulpen kwamen slapen.

 

Damme en omgeving

De plas voor de kijkhut (3.274485E 51.253726N) van het reservaat Stadswallen, een vroegere traditionele slaapplaats, wordt nu alleen nog gebruikt als voorverzamelplaats. Door de vernatting in het westelijk gedeelte van het reservaat zijn daar een paar eilandjes ontstaan die een grotere veiligheid bieden voor de wulpen. In dit gebied (3.263777/51.250667), ten oosten van Mikhem, werden 602 wulpen geteld.

 

Kleiputten Oostkerke-Hoeke en omgeving

De slaapplaats van Hoeke (3.310178E 51.289597N), langs de Hoekestraat, leverde 350 wulpen op. Waarschijnlijk houdt dit een kleine onderschatting in omdat de slaapplaats moeilijk zichtbaar is achter een berm en niet volledig kan gecontroleerd worden zonder verstoring.

De traditionele tellers van dienst voor Damme en Hoeke waren Rudy Deplae, Gilles Bavay, Moniek Knuysen, Niels Wuyts, Robrecht Pillen.

 

Er bereikte ons ook van een andere plaats in Hoeke een waarneming van Manu Dumoulin, die zeer waarschijnlijk slaat op een tweede slaapplaats. Het gaat om een grote natte weide (3.346920E 51.304401N), onderdeel van het natuurreservaat Fort Sint-Donaas, op de grens met Westkapelle, tussen Roden Ossestraat en Mostaertdijk. Daar zag hij de avond na de officiële telling, op 23 januari, in de schemering rond 17u ca. 180 wulpen.

Deze vogels foerageren vermoedelijk hoofdzakelijk in de onmiddellijke omgeving (weinig verplaatsing dus, tenzij wel eens ten zuiden van de Mostaertdijk) en worden daardoor wellicht niet geteld buiten het gebied. Eten, rusten en slapen gebeurt er volgens Manu allemaal ter plaatse. Op het gevaar af dat het om een dubbeltelling gaat, want niet op dezelfde avond genoteerd, nemen wij deze aanvulling toch op bij de wulpentelling.

 

Ramskapelle en omgeving

Voor alle duidelijkheid: dit gaat hier niet om een slaapplaats. In mijn e-mail om opnieuw uw medewerking te verwerven, had ik het ook over nieuwjaarswulpen. In de nieuwjaarsnacht had ik roepende wulpen gehoord tussen Westkapelle en Ramskapelle, verstoord door vuurwerk. Ik vroeg mij af of dit vogels van een mogelijk onbekende slaapplaats of opgeschrikte vogels van Hoeke-Oostkerke waren, om de meest nabije gekende slaapplaats te noemen.

Van Robrecht Pillen mocht ik een reactie ontvangen. “Het lijkt mij zeer waarschijnlijk dat de opgeschrikte wulpen op nieuwjaarsnacht deze zijn van de slaapplaats te Hoeke. In vogelvlucht is dat niet ver. Mogelijk vliegen ze dan naar het Zwin, eventueel naar de Achterhaven. Ik heb te Damme ook al waargenomen dat de vogels bij verstoring van de slaapplaats in die richting op de vlucht gaan.”

 

Lage Moeren Meetkerke

Mieke Rodts heeft tot haar spijt geen wulpen kunnen tellen hier voor de deur. Ze heeft wel geprobeerd, maar ze zitten er niet dit jaar. Soms hoort en ziet ze er wel enkele in weiden rond haar deur, maar geen wulpengeluid weerklonk de avond van de telling vanaf een mogelijke slaapplaats. 

Het is trouwens zelden duidelijk, ook van vorige jaren, of hier echt sprake is van een slaapplaats, dan wel dat het gaat om foeragerende vogels. Maar niet controleren is niet weten.

 

Bourgognemeersen Eernegem-Westkerke

Van Koen Maertens mocht ik nieuws ontvangen over dit gebied, ooit één van de grootste slaapplaatsen in de streek, met aantallen in de grootte-orde 750-1200 wulpen.

Samen met Arne Maertens en Dirk Anseeuw werd er geteld op en rond het natuurpuntreservaat De Bourgognemeersen in Westkerke/Eernegem. Er waren slecht 3 exemplaren aanwezig. Misschien heeft het te maken met het feit dat een landbouwer de hele namiddag bezig was geweest met het ruimen van grachten rond een toevallig ontdekte slaapplek, een natte akker met maïsstoppels (Nieuwland, Moere), die de wulpen de voorgaande weken gebruikten. Er werden hogere aantallen gezien op die slaapplaats en in de directe omgeving (wnm.be). Zo zag Dirk er nog 150 vijf dagen eerder of Jochen Jonckheere 246 stuks om 17u op 3 februari. Pierre Tavernier kon meedelen dat er op 9 januari 500 wulpen kwamen slapen en op 5 februari 300 vogels.

Om het leed van de tegenvallende telling wat te verzachten werd er nog een overwinterende of zeer vroege roodborsttapuit gezien, een lenteteken.

 

Pompje Oudenburg

Zoals elk jaar was Dirk Vanhoecke de teller van het gebied ‘t Pompje, in de polders van Oudenburg. Dit jaar kwamen de wulpen al vroeg in de schemering naar hun slaapplaats, meteen werden er 531 eenheden geteld. Slechts 2 wulpen kwamen later tijdens de schemering nog de groep vervoegen. Totaal dus 533, een hoog aantal en een evenaring van het record van 2017.

Het waterpeil stond er redelijk hoog, wat zeker geen slechte zaak is. In de loop der jaren hebben de wulpen in dit gebied al enkele keren hun slaapplaats verlegd. De weken voorafgaand aan de telling hadden de wulpen opnieuw gekozen voor hun originele slaapplek, die ze al  vier jaar niet meer hadden gebruikt. Dat ze de slaapplaats van vorig jaar (zie vorig verslag) alweer verlaten hebben, heeft misschien te maken met een aanwezige slechtvalk, die er waarschijnlijk ook blijft overnachten. Anderzijds verplichtten een steeds grotere groep overnachtende Zilver-, Kleine mantel-, Storm- en Kokmeeuwen de wulpen waarschijnlijk om opnieuw uit te wijken. Gelukkig is er aan ’t Pompje nog plaats voor iedereen.

 

Sluiskreek/Zoutekreek Zandvoorde

Een ander gebied van de Vogelwerkgroep Middenkust waar wulpen komen slapen zijn de Oostendse kreken. Of moeten we zeggen “waar vroeger wulpen ‘kwamen’ slapen?” Teller Tim Goethals vond er geen enkele slapende wulp. Dat is nu het tweede jaar op rij dat dit gebied niets oplevert.

 

Conclusie

De telling van wulpen op hun slaapplaatsen was grosso modo weer een geslaagde gebeurtenis dit jaar. Er zijn, ook naar jaarlijkse gewoonte, wel nog wat vraagtekens en onzekerheden. Twee gebieden konden niet geteld worden, maar hun betekenis is eerder marginaal: De Baai van Heist en de Kleiputten van Heist. Van één gebied zijn de wulpen de avond van de telling elders gaan slapen: de Bourgognemeersen. Waarnemingen in de omgeving van de teldatum vermeldden hoge aantallen van enkele honderden. Waar ze dan wel zijn gaan slapen is niet duidelijk. Misschien richting de IJzer, maar dat valt dan buiten ons telgebied. Ook van de Polders van Uitkerke leeft het gevoel dat het genoteerde aantal op de teldag niet representatief is voor de aanwezigheid van wulpen. Een week eerder werden er overdag ruim 700 meer geteld.

Dit verklaart misschien het eerder lage totaal van 2647 wulpen, verdeeld over 10 slaapplaatsen, na controle op 13 gebieden. Op één na betreft het allemaal klassieke slaapplaatsen. Die ene nieuwe slaapplaats, Hoeke St-Donaas, werd wel pas de avond nadien geteld en is mogelijk – maar niet waarschijnlijk – een dubbeltelling.

Dit totaal voor 2022 is het tweede laagste aantal van alle jaren dat we deze telling doen. Het ligt 1000 vogels lager dan het lang lopend gemiddelde van ca. 3600 en 35% lager dan het totaal van een jaar eerder (4026). Het record tijdens deze officiële midwintertellingen ligt nog steeds op 6205, genoteerd in 2011 (niet meegerekend in het gemiddelde).

 

De Uitkerkse Polders, traditioneel de belangrijkste slaapplaats, moet het dit jaar stellen met brons of 16% van de wulpen. De andere twee podiumplaatsen zijn voor respectievelijk Damme, met 22%, en ’t Pompje, met 20% van de wulpen in de streek.

Het Zwin en Oostkerke/Hoeke houden stand, maar elders (Voor- en Achterhaven Zeebrugge, de Bourgognemeersen…) werden eerder lage aantallen genoteerd.

 

Het was de veertiende keer dat deze wulpenslaapplaatsentelling plaats vond. Ter vergelijking nog eens de aantallen van de vorige jaren: 3528 ex op 31/01/2009, 3184 ex op 30/01/2010, 6205 op 29/01/2011, 3975 op 28/01/2012, 4794 op 25/01/2014, 3050 op 24/01/2015, 3646 op 23/01/2016, 3982 op 21/01/2017, 3672 op 20/01/2018, 3164 (gecorrigeerd cijfer) op 19/01/2019, 3742 op 25/01/2020, 4026 op 23/01/2021. (Opmerking: in 2013, niet in dit lijstje, waren de weersomstandigheden extreem anders: in het pas de dag van de telling voorzichtig dooiend witte sneeuw- en vorstlandschap van toen, kende de wulpenaanwezigheid (en de telprecisie?) een absoluut dieptepunt van een geschatte 1100-1200 ex.)

 

Een oprecht woord van dank aan alle tellers en lokale contacten: Geert De Clercq , Dirk Content, Franky Beidts, Bruno Beyen, Marc De Ceuninck, Frank Descheemaeker, Jan Swimberghe, Manu Dumoulin, Kurt Van Damme, Patrick Janssens, Nathalie Resteau, Emmanuel Crul, Robrecht Pillen, Gilles Bavay, Niels Wuyts, Rudy Deplae, Dirk Vanhoecke, Serge Allein, Tim Goethals, Mieke Rodts, Koen Maertens, Arne Maertens, Dirk Anseeuw.

 

Ten slotte vindt u hieronder nog eens een overzichtstabel van de deelgebieden van dit jaar en de zeven vorige jaren ter vergelijking (geel in 2019 betekent een aanvulling op het verslag van toen, in 2020 betreft het beredeneerde schattingen, in 2021 enige aannames, in 2022 wellicht zwaar lagere waarden dan verwacht).

 

Wulpenslaapplaatstelling 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Mikhem W-Damme   141 ? 110 258 400 358 602
Pompje Oudenburg 287 319 533 418 522 306 472 533
Uitkerke 743 1297 634 1203 506 1600 1250 430
Kleiput Oostkerke/Hoeke 362 510 274 430 485 415 340 350
Zwin 251 147 617 157 353 245 498 261
Hoeke St-Donaas               180
Achterhaven Zeebrugge 309 300 781 209 305 286 368 134
Bunkerweiden Klemskerke-Vlissegem         180 165 0 82
Voorhaven Zeebrugge 0 72 825 162 253 179 39 72
Meersen Bourgogne Eernegem 672 503 241 362 32 0 520 3
Lage Moeren Meetkerke 27 0 0 98 108 64 107 0
Sluis-, Zoutekreek Zandvoorde 152 174 72 203 162 79 0 0
Stadswallen Damme 247 183 0 320 0 3 0 0
Kleiputten van Heist       0 0 ? 74 ?
Baai van Heist     5 ? ? ? ? ?
Totaal 3050 3646 3982 3672 3164 3742 4026 2647

 

Guido Rappé