DE GRUTTO is terug !!!

Machteld Kaesemans

Grutto, Foto Geert Vanhulle.

Het is altijd prachtig als we de eerste Grutto’s weer zien. Het aantal Grutto’s gaat wereldwijd hard achteruit in de afgelopen jaren, ook in Nederland, het gruttoland bij uitstek. In Vlaanderen valt het eigenlijk nog mee, maar wanneer  je deze mooie vogel voor het eerst terug opmerkt weet je…de lente is op komst !!!

Grutto’s Foto : Eric Inghelbrecht.

De Grutto, limosa limosa, is een grote elegante steltloper. Het mannetje is in de zomer steenrood, gevlekte rug, gestreepte borst en witte buik.. Het vrouwtje is minder kleurig dan het mannetje en de juveniel gelijkt op adult in winterkleed met grijze rug, lichte buik en lichte streep boven het oog. De snavel is zeer lang en recht, in de zomer geelachtig of oranjeroze met donkere punt, in de winter is de snavelbasis roze. Grutto’s zijn  onmiskenbaar in de vlucht door de brede witte vleugelstreep, zwarte staartband, rechthoekige witte stuit en duidelijk uitstekende poten wat hen een kenmerkend, langgerekt uiterlijk geeft.

De Grutto is een typische weidevogel, hij dankt zijn naam aan de baltsroep “to-gruut-, to-gruut”.Hij broedt in drassige weilanden, heidevelden of moerassen. De eerste vogels komen aan eind februari en in juli zijn de meeste al weer vertrokken.

Grutto’s in vlucht, Foto : Koen Lepla.

Wanneer grutto’s in het voorjaar terugkomen van hun winterverblijf in West-Afrika, eten de mannetjes grote aantallen regenwormen. Deze wormen helpen hen om een diepe, roestbruine kleur te krijgen. Hoe mooier het verenkleed, hoe meer de vrouwelijke grutto’s onder de indruk zijn ?!!!  Hun lange rechte snavel , met in de punt een grote bundeling van zenuwen is een ultra gevoelig eetinstrument. Met deze lange snavel kan de grutto bij bodemdieren die voor andere vogels ontoegankelijk zijn.

Hun nest ligt op de grond tussen lage begroeiing. De 3 tot 4 eieren komen na 22 dagen uit. Ze hebben slechts één legsel.

Er zijn meerdere redenen voor de achteruitgang van de Grutto. De landbouwmethodes, zoals vroeg maaien, ontwatering en veel bemesten zijn er enkele.  In natuurgebieden gaat het niet altijd even goed door verzuring en verschraling. Gelukkig stijgen de broedparen nog steeds in de Uitkerkse Polder ! Predatie is ook een belangrijke doodsoorzaak van weidevogelkuikens. De vos,  maar ook kraaien en roofvogels,  zoals buizerds, vormen dan een probleem voor de kuikens. Trekkende Grutto’s zijn kwetsbaar door verandering,  zoals het zeer beperkt aantal pleisterplaatsen op hun trekroute en het afschot, nog toegelaten in Frankrijk. Hoe dit  alles terug zijn evenwicht vindt weet ik niet, maar ik hoop dat het toch beter wordt.

Gruttokuiken, Foto Geert Vanhulle.

De populatie van de Grutto in Nederland is teruggelopen van 100.000 paren in 1990 tot (naar schatting)  ongeveer 45.000 – 67.000 in 2008. Het aantal koppels Grutto in Nederland bedraagt 90% van de totaliteit in gans Noordwest-Europa.

De minieme Vlaamse populatie is daarentegen wat toegenomen. In 1981 werd het broedbestand op 750-780 koppels geraamd, in 2000-2002 meer dan 1000 .

In Uitkerke waren er in 2007 : 146 koppel, 2008: 156 koppel, in 2009: 191 koppel.

Dudzele, Koolkerke, Damme : 2007: 82 kp., 2008: 70 kp., 2009: 56 kp.. In deze regio is er dus een lichte achteruitgang.

Op 25 juni 2009 werden 15 Friese Grutto’s (14 vr.+ 1 m.) met een zendertje uitgerust. In het weekend verbleef één van hen ,“Heidenskip” genaamd, nog in een Friese weide en op dinsdag, amper 3 dagen later, werd ze reeds  in Senegal gesignaleerd , 4400 km verder. Direct daarna is ze nog doorgevlogen naar Guinea Bissau, nog eens  1000 km !  Haar snelheid was 80 km. per uur !

IJslandse Grutto, foto Koen Lepla.

We kennen eveneens : “De IJslandse Grutto”(Islandica) een variatie van de Grutto, vaak als een aparte soort beschouwd, met kortere snavel en poten. In de zomer dieper bruinrood op onderzijde, verder naar achteren doorlopend.

Ook de “Rosse Grutto” (limosa lapponica) is soms bij ons te zien, vooral tussen april- mei en eind juli-augustus. Deze  broedt  in open toendra en hoogvenen in de taiga. Ze verschilt van de Grutto door kortere poten, iets kortere opgewipte snavel, gebandeerde staart, witte stuit doorlopend in rugwig (zie Wulp) en geen vleugelstreep.

Rosse Grutto, Foto Johan Buckens.

Als laatste kan ik nog de “Rode Grutto” (limosa haemastica) vermelden, een N. Amerikaanse ondersoort, vastgesteld  in het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Noorwegen en Zweden. Ik weet niet of deze Grutto hier al ooit gespot werd.

Besluit : Trek er één van deze dagen op uit en bewonder deze prachtige steltloper in een of andere drassige weide.

Machteld Kaesemans 27-02-2011.