Resultaten stootvogeltelling in Noord-West-Vlaanderen van 29.01 t.e.m. 09.02 2020

Frank De Scheemaeker

 

Inleiding

Sinds 1996 tellen we ononderbroken tijdens een verlengd weekend in januari of februari de overwinterende stootvogels in de regio.

Dit jaar was dat van woensdag 29 januari tot en met zondag 09 februari. In het telweekend zelf –  31.01 t.e.m. 03.02 – was het weer erg slecht en werd de telperiode uitgebreid. Tellers die net na het telweekend telden – haalden opvallend hogere aantallen. De resultaten worden net zoals de vorige jaren per Groot-Gemeente weergegeven

Methode

De vaste tellers krijgen enkele weken voor de telling een kaart van de te tellen gebieden, een invulformulier en een handleiding hoe te werk te gaan. Binnen een bepaald vastgelegd tijdskader tellen ze dan hun gebied.

Bij voorkeur hebben ze hun gebieden binnen het “roofvogelproject Mergus” op waarnemingen geclaimd. Bij digitaal ingeven (via Obs Map of thuis computer )  op waarnemingen.be komen al hun waarnemingen dan netjes binnen het project terecht.

Indien niet digitaal ingegeven wordt sturen ze het invulformulier met hun waarnemingen terug.

 

Telgebied

Het telgebied bleef net hetzelfde als de vorige jaren, namelijk het noorden van de provincie West-Vlaanderen. Er werd geteld van Knokke tot De Haan, voor wat het noorden betreft, en tot boven Torhout en Wingene, voor wat het zuiden van het door ons omlijnde gebied betreft. Het bevat dus de Groot gemeenten Brugge, Knokke-Heist, Damme, Blankenberge, Zuienkerke, De Haan, Jabbeke, Zedelgem, Oostkamp en Beernem en een klein aantal deelgebieden in de omliggende gemeentes Wingene, Ichtegem en Oudenburg. Ook in Groot-Torhout wordt in dezelfde periode als ons geteld.

Alles samen bedraagt de totale oppervlakte zo’n 640 km² verdeelt in ongeveer 290km² polder, kuststreek en havengebied, 300 km² bos- en zandstreek en 50 km² verstedelijkt gebied.

De polders worden voornamelijk gekenmerkt door grote graslandcomplexen en akkers. Het landschap in de zandstreek is op zijn beurt dan meer afwisselend met vrij veel bos, akkers en bebouwing.

De voornaamste boscomplexen zijn het Bulskampveld (Beernem), Vloethemveld (Zedelgem), de kasteelbossen van Oostkamp, Ruddervoorde en Waardamme en de gekende bossen rondom St-Andries en St-Michiels, als Tillegem en Beisbroeck.

De Brugse Stadskern en deze van De Haan, Blankenberge, Knokke-Heist, Loppem, Oostkamp, Jabbeke en Beernem vallen dan weer de noemer van stedelijk gebied.

 

 

 

 

Soort bespreking

Buizerd  Buteo buteo

Een middelgrote roofvogel met een brede waaier aan verschillende verenkleden, gaande van bijna volledig zwartbruin tot wit. We zien ze vaak zittend op weidepalen speurend naar een prooi of hoog zwevend boven de bosrand. Ze zijn vaak erg vocaal en hun miauwend piejie is onmiskenbaar.

De buizerd is sinds de eeuwwisseling ook een regelmatige broedvogel geworden. Broedvogels trekken vaak zuidwaarts en worden in de winter vervangen door noordelijker vogels.

Dit winterhalfjaar namen we in totaal 322 Buizerds waar in de regio. Damme liet zoals de vorige jaren de hoogste aantallen optekenen, gevolgd door Brugge, Blankenberge en Beernem.

De aantallen zijn iets lager dan de twee vorige jaren, maar hoger dan het gemiddelde van de vorige 10 jaar. Ook het slechte weer tijdens het telweekend kan de aantallen negatief beïnvloed hebben.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2020 38 39 44 61 33 6 22 27 23 10 3 16 322
2019 60 42 43 77 25 8 14 26 41 7 1 18 362
2018 41 41 25 99 29 9 20 43 19 10 0 13 349
2017 40 26 32 67 13 8 12 26 38 16 4 16 298
2016 26 29 45 53 14 7 10 49 51 4 12 7 307
2015 42 33 34 47 14 7 7 36 19 7 8 9 263

 

 

 

 

 

 

Torenvalk   Falco tinnunculus

Een middelgrote valk, waarvan de mannetjes zich onderscheiden van wijfjes en jonge vogels door hun blauwgrijze kop en staart. Hij laat zich het vaakst zien boven onze poldergraslanden, waar hij opvalt door zijn ‘biddend’ gedrag op zoek naar muizen, zijn voornaamste voedsel. Net als de buizerd is de torenvalk een jaarvogel in onze kontreien, die op een 70tal locaties broedt, vooral in nestbakken.

We noteerden 237 vogels tijdens de jaarlijkse wintertelling in 2020. Een spectaculair recordaantal. Vooral het uitzonderlijk groot aantal Torenvalken in de polders tegen de kuststrook vallen op. In de andere delen van de regio was er kleinere toename. Maar ook in de bossen/gemeenten ten zuiden van Brugge een opvallende stijging. Knokke werd geteld op zaterdag 01 februari met veel wind en regen, verklaring wellicht voor de enige negatieve uitschieter.

De poldercomplexen van De Haan – Klemskerke – Vlissegem en de Uitkerkse Polder herbergen duidelijk het grootst aantal overwinterende torenvalken, gevolgd door de Damse regio.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2020 18 62 18 30 64 0 16 12 9 7 0 1 237
2019 15 38 9 11 14 2 5 17 2 0 0 0 113
2018 14 46 13 27 41 1 6 24 4 8 0 3 187
2017 11 25 16 13 30 2 2 25 5 1 1 3 134
2016 8 56 5 20 21 0 5 36 2 5 0 0 158
2015 6 29 21 12 31 2 5 22 2 7 1 2 140

 

 

 

 

 

Sperwer   Accipiter nisus

Mannetjes zijn klein met blauwgrijze bovenzijde en roestkleurige bandering op borst en buik. Wijfjes daarentegen zijn bruingrijs gebandeerd op de onderzijde. Juveniele vogels hebben donkerbruine bovenzijde. Ze vallen op door hun karakteristieke vlucht met enkele snelle vleugelslagen afgewisseld met korte glijpauzes.

Hij is de derde algemeenste overwinterende stootvogel in onze regio.  Op Europees vlak daarentegen is hij samen met de buizerd veruit de algemeenste.

Deze vogels jagen slechts gedurende enkele uren per dag en houden zich voor de rest schuil in bomen en zijn dus minder opvallend zichtbaar. Je kan ze in alle biotopen en gemeenten aantreffen, tot zelfs in stadstuinen toe.

De aantallen blijven de laatste jaren stabiel met een relatief gelijkmatige verspreiding over de ganse regio. Maar duidelijk minder vogels aanwezig in de regio dan pakweg 10- 20 jaar terug.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2020 7 1 5 5 1 0 3 4 3 1 0 3 33
2019 10 0 2 4 0 3 0 4 3 0 0 1 27
2018 7 0 1 5 1 0 3 6 1 0 0 2 26
2017 6 2 6 4 3 2 2 2 2 2 0 1 32
2016 7 1 5 8 1 1 0 3 0 1 1 0 28
2015 2 1 4 3 1 0 0 3 1 2 0 4 21

 

 

 

 

 

 

 

Slechtvalk  Falco peregrinus

De spectaculairste stootvogel is ongetwijfeld de slechtvalk. Bijna uitgeroeid in de jaren 60 door pesticiden, jacht en eierroof is deze vogel aan een machtige comeback bezig. Dankzij betere beschermingsmaatregelen en het plaatsen van nestbakken aan hoge torens als alternatieve broedplaats is de Slechtvalk helemaal terug (cfr Mergus bewoonde nest bak op OLV-toren, hartje Brugge in artikel Spille en de bijdragen op  www.mergus.be ).

Wijfje opvallend groter dan mannetje, beiden erg krachtig gebouwd en brede vleugels met spitse hand. Bovendelen leigrijs bij de volwassenen; bruin bij de juvenielen. Borst bij laatstgenoemde verticaal gestreept, bij volwassen vogels horizontaal.

We telden niet minder dan 21 overwinterde vogels, vooral in de polderstreek. Veel van deze vogels trekken in het voorjaar opnieuw naar hun noordelijker en meer naar het oosten gelegen broedgebieden.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2020 2 2 8 2 1 0 0 1 2 2 0 1 21
2019 2 8 5 2 3 1 1 1 2 0 0 1 26
2018 3 2 4 1 2 0 0 1 0 0 0 1 14
2017 1 4 6 6 0 0 1 2 1 1 0 4 26
2016 2 6 8 2 1 0 0 2 0 0 0 1 22
2015 1 2 5 2 1 1 0 3 0 1 0 2 18

 

 

 

 

 

Bruine Kiekendief   Circus aeroginosus

De bruine kiekendief is de grootste van de vier kiekendieven die in onze regio kunnen gespot worden. Het is een typische zomergast en broedvogel, die echter vaak overwintert in onze contreien.

De wijfjes zijn volledig bruin op een beige kop en schouders na. De mannetjes hebben zwarte vleugelpunten en grijze bovendekveren en staart. Typisch zijn hun zweefvluchten met in een V omhooggehouden vleugels.

De vaste tellers noteerden slechts één vogel overdag aan de weiden Pompje Oudenburg en 7 op de slaapplaats aldaar. Niet project tellers namen vogels waar in Stalhille, Vlissegem, Uitkerke en Klemskerke. Mogelijks gingen al deze vogels in Oudenburg slapen. Verder was er in de desbetreffende periode ook 1 waarneming uit het Zwin en 1 uit de Assebroekse Meersen.

In koude winters trekken ze vaak helemaal weg, in zachte winters blijven grotere aantallen bij ons.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2020 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 0 0 8
2019 0 2 0 2 1 0 0 0 0 4 0 0 9
2018 0 0 0 0 0 0 2 0 0 3 0 0 5
2017 0 1 1 0 1 0 0 0 0 2 0 0 5
2016 0 0 3 1 0 0 0 0 0 4 0 0 8
2015 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1

 

 

 

 

 

 

 

Blauwe Kiekendief   Circus cyaneus

De blauwe kiekendief daarentegen is een typisch wintergast. Een stukje slanker dan de bruine en het mannetje volledig blauwgrijs met witte stuit, het wijfje en de jonge vogels bruin met witte stuit.

Voor de eeuwwisseling zagen we deze vogel uitsluitend in de polders, maar de laatste jaren ook geregeld in de zandstreek.

We noteerden dit jaar opnieuw erg weinig overwinteraars, namelijk 7 vogels. Dit ligt volledig in de lijn van een achteruitgang die al enkele jaren aan de gang is. Bij zachte winters melden zich inderdaad steeds minder overwinterende stootvogels bij ons. Zelfde fenomeen als bij het smelleken en de ruigpootbuizerd.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2020 1 3 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 7
2019 2 3 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 6
2018 1 3 0 1 0 0 6 0 0 0 0 0 11
2017 3 0 0 1 0 2 0 4 0 0 0 0 10
2016 0 1 1 2 0 0 1 4 0 0 0 0 9
2015 0 2 0 0 2 0 0 0 0 3 0 0 7

 

 

 

 

 

 

 

Smelleken  Falco columbarius

Deze kleine behendige stootvogel wordt een echte zeldzaamheid in onze regio en gans Vlaanderen. Jaagt voornamelijk op zangvogels en nestelt in berken- en wilgenzones op fjells of in moerassen in de taiga. Adulte mannetjes leigrijs met oranje getinte borst; wijfjes bruingrijs met beige borst met zware, donkere strepen.

Na de koude winter van 1978-1979 was het Smelleken een vaste overwinteraar in onze regio en gingen we wekelijks de slaapplaats tellen in de Zwinbosje (tot 12 ex). Rond de eeuwwisseling namen de aantallen fel af en sinds 2014 wordt de soort niet meer op alle wintertellingenwaargenomen.

Dit winterhalfjaar twee waarnemingen, één in Damme en één in Oostkamp.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2020 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 2
2019 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2018 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1
2017 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2016 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2015 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

 

Havik  Accipiter gentilis

De havik kan op het eerste zicht met een sperwer verward worden. Hij is echter een stuk groter en zwaarder gebouwd en in de vlucht zijn vleugels langer en staart korter.

Dit jaar slechts 2  vogels, allen in de zandstreek. Mogelijks zijn er een tiental vogels in de regio aanwezig, maar ze laten zich niet makkelijk opmerken.

In de grote bosrijke complexen als Vloethemveld en Bulskampveld komt hij ook regelmatig tot broeden.

 

  Beernem Blankenberge Brugge Damme De Haan Ichtegem Jabbeke Knokke-Heist Oostkamp Oudenburg Wingene Zedelgem TOTAAL
2020 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 2
2019 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 2 4
2018 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1
2017 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 2
2016 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1
2015 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1

 

 

 

 

Zeldzame gasten.

Dit jaar geen waarnemingen van Rode Wouw of Zeearend.

Dankwoord

Met dank aan Marc De Ceuninck voor de tabellen en kaarten. Verder alle vaste tellers:  Albert Neyt, Antoine Cornelis, Bruno Beyen, Geert De Wispelaere (en telploeg) , Hilde Fontier, Ivan Leroy, Jef Van de Water, Johan Debuck en Valérie Goethals (en telploeg) , Johnny Mylle  Karim Neirynck, Lowie Lams, Luc De Cat, Marcel Pottier,  Marc Nollet,  Nicholas Endriatis, Patrick Janssens, Patrick Vandousselaere, Paul D’hoore, Paul Maertens,  Rik De Jaegher, Rik Vande Kerchove , Roland Vannieuwenhuyze, Romain Deloof, Steven D’haese, Wim Jans, Wim Lammerant, Wim Pauwels en tot slot de gemeenschappelijke inspanningen van de  tellers van NP Damme (Emmanuel, Rudy, Robrecht, enz.), NP Beernem (Luc, Kristof, Ruben, enz.) en NP Blankenberge (Geert, enz.) en de Mergus excursies (Karin, Johan, e.v.a.) . Excuses als ik iemand vergeten ben.

Frank De Scheemaeker, www.mergus.be, fds4022@gmail.com