In totaal telden we in maart nog 28324 watervogels (excl. wilde ganzen en meeuwen), goed 53 soorten. Dit is een hoog aantal voor een slottelling van het seizoen.
De top 5 van de gebieden waar de meeste watervogels werden geteld, zag er in maart als volgt uit:
1 | Uitkerkse Polder UITKERKE | 7742 |
2 | Poldercomplex Damme West DAMME | 2415 |
3 | Het Zwin KNOKKE-HEIST | 1814 |
4 | Achterhaven ZEEBRUGGE | 1642 |
5 | Poldercomplex DUDZELE | 787 |
De top 5 van de talrijkste soorten zijn dezelfde als de vorige jaren.
1 | Smient | 10655 |
2 | Wilde Eend | 2580 |
3 | Wulp | 2107 |
4 | Meerkoet | 1991 |
5 | Wintertaling | 1518 |
Er werden geen duikers opgemerkt, bij de dodaars en fuut zijn het vrij normale aantallen maar 14 geoorde futen zijn voor maart een topaantal.
We telden eerder weinig aalscholvers ( 275 ex ).
Zoals steeds in maart zitten de meeste reigers op hun laagste aantallen. Ik vermeld met graagte 2 roerdompen en 1 kwak.
De meeste eenden halen vrij normale aantallen. De “wintersoorten” zoals smient ( 10665 ex) en wintertaling ( 1518 ex) scoren wel relatief hoog. Leuke waarnemingen waren 3 eiders en nog 1 middelste zaagbek. Er werden merkwaardig genoeg voor de tijd van het jaar nog geen zomertalingen gespot.
Bij de steltlopers een absoluut recordaantal van 166 bontbekplevieren, waarvan 157 in het Zwin. Daarnaast toch nogal wat soorten met hoge aantallen…..Ik vermeld graag: 195 goudplevieren, 225 zilverplevieren, 21 kanoeten, en 52 zwarte ruiters. Zoals meestal in maart waren ook reeds heel wat grutto’s in de regio, nl 669 ex ….een extreem hoog aantal!
De concrete resultaten van de telling kun je hier raadplegen: wvgls- maart 2021