Slaapplaatsen van wulpen, 26 januari 2013 Guido Rappé
Op zaterdag 26 januari 2013 was er weer een telling van wulpen op de slaapplaatsen. Vol verwachting klopte ons hart, want we wisten niet goed wat te verwachten, na 2 weken sneeuwval en vorst, soms tot meer dan tien graden onder nul. Die namiddag was trouwens de dooi ingetreden, met een +1° tot +2°C.
De meeste tellers waren van 16u tot 18u in hun gebied aanwezig..
Voorhaven Zeebrugge
Frank De Scheemaeker, die een vergunning heeft om dit gebied te betreden, moest door omstandigheden de dag voordien gaan tellen. Er was daar geen slaapplaats senso strictu in functie. Er zijn daar grote opspuitingen aan de gang en er vrijdagavond bij valavond 69 exx., getal dat niet meer werd aangevuld door extra slapers.
Achterhaven Zeebrugge
De tellers van de achterhaven hadden zich gesplitst om twee gebieden te inspecteren.
De Hoge Noen is/was de klassieke plaats. Wim Jans en Charlotte waren ter plaatse. De wulpen kwamen niet slapen op de weiden maar op het laatste stukje Hoge Noen dat nog overschiet en op het luzerneveld rond de omheining die daar staat. Op het luzerneveld zaten er 37 wulpen en op de Hoge Noen 203. Ze zijn daar blijven zitten. Extra bewegingen werden er niet vastgesteld.
Er waren berichten dat aan het verder uitgegraven Insteekdok Zuid er zich een slaapplaats had gevormd. Guido Rappé en Jan Swimberghe konden dit niet beamen op de teldatum: er werden nauwelijks 26 wulpen gezien, inclusief slechts één invallend groepje, in extremis, van 11 stuks. De rest waren vogels die al ter plaatse waren, roestend of foeragerend op de slikrandjes..
Zwin
Patrick Janssens en Hendrik Borglevens stonden in voor de resultaten van het Zwin. Bij de grote plas vooraan (en omgeving) 33 ter plaatse, in de schorre achteraan kant witte koksmuts 97 ter plaatse, bij de Zwingeul 31 en op het strand bij de monding 27 exx., alles samen goed voor 188 wulpen.
Uitkerkse Polder
Altijd goed voor hoge aantallen, is de telling in de Uitkerkse Polder dit jaar eigenlijk niet echt doorgegaan, door ziekte in extremis van de de vaste teller Geert De Clercq. Vervangers werden niet op tijd gevonden.
“Volgens cijfers voor en na de datum kan het aantal op een 400 à 500 geschat worden aan de slaapplaats omgeving Molentje.”, dixit Geert. Dit is echter helemaal niet zeker, gezien de wisselende weersomstandigheden, vorst en sneeuw vooraf en sterke dooi achteraf (door een temperatuursstijging van 10 à 15°C. Groepen wulpen kunnen zich onder dergelijke klimatologische wisselvalligheden snel verplaatsen. Omwille van vergelijkbaarheid met de andere jaren, zou ik toch de informatie van Geert volgen en een behoudsgezinde 400 wulpen (op basis van cijfers van 24 en 29 januari) in rekening durven brengen. Weet dus wat de haken en ogen zijn, beste lezer.
Damme en omgeving
Ook Robrecht Pillen stelt vast dat in de omgeving van Damme de aantallen bijzonder laag zijn. De slaapplaats kijkhut Stadswallen was volledig verlaten, zoals altijd wanneer de plas is dichtgevroren. De slaapplaats Oostkerke was goed voor 60 exx. Een nieuwe plaats, zeker in gebruik als foerageergebied, is te Damme nabij het restaurant Veldzicht: 35 exx. Of het ook een effectieve slaapplaats is, is onzeker.Robrecht vermoedt dat de lage aantallen wel eens te verklaren zouden kunnen zijn door de keuze van de wulpen om bij vriesweer door te vliegen naar de achterhaven van Zeebrugge. Dat wordt echter door de mensen daar ter plaatse niet bevestigd.
Oosternieuwweg
Mieke Rodts stelde vast dat aan de Oosternieuwweg geen wulpen te bespeuren waren (ook nultellingen zijn betekenisvolle informatie).
Bourgogne Meersen
In dit reservaatje van Natuurpunt in Oudenburg (Westkerke) werden door de tellers Koen Maertens en Dirk Anseeuw (plus vier andere koulijders) twee groepen geteld van resp. 20 en 44 exx.
Pompje (Oudenburg)
Het is een goede traditie van samenwerking dat ook Dirk Vanhoecke van Middenkust opnieuw de winterse polders bezocht bij ‘t Pompje (Oudenburg): er waren enkel ribbedebiewulpen aanwezig tijdens de telling.
Conclusie
Als u hebt meegeteld met ons, leverde de telling 682 zekere en de Uitkerkse schatting van 400 mogelijke wulpen op. Vergelijk dat met de aantallen van de vorige jaren: 3528 exx. op 31/01/2009, 3184 exx. op 30/01/2010 en 3975 exx. op 28/01/2012. Het totaal van dit jaar bedroeg maar een derde tot een vijfde van een normale winter. In de natte telling van 2011, in volle dooi, werden zelfs 6205 wulpen geteld. Allemaal interessante conclusies natuurlijk. De arbitrair gekozen datum voor de telling, de laatste zaterdag van januari, is speelbal van Koning Winter.
Sneeuwbedekking en vrieskou (en vooral de strakke koudeprik van de nacht van donderdag op vrijdag, tot -14°C) hebben er voor gezorgd dat de wulpen elders soelaas hebben gezocht. Ook aan de IJzermonding moest Koen Devos vaststellen dat er amper 35 wulpen zaten, maar de week ervoor nog 2000..
Tenslotte nog eens een oprecht woord van dank aan alle tellers.
Guido Rappé